„Dit is geweldig nieuws”, reageerde oprichter Paul Watson van de Amerikaanse actiegroep Sea Shepherd Conservation Society uitgelaten. De organisatie beloofde meteen alle toekomstige walvisjachten te zullen stilleggen. Ook zei Watson: „We blijven bij de Japanse schepen tot ze weg zijn uit het walvisgebied in de Zuidelijke Oceaan.” Normaal gesproken keren de walvisschepen halverwege maart terug.

Woensdag maakte het Japanse visserijagentschap bekend dat de walvisvaarders de jaarlijkse jacht op de grote zeezoogdieren op 10 februari voorlopig hadden opgeschort vanwege de acties.

De harpoenschepen worden al maanden belemmerd door bootjes van Sea Shepherd. Dierenbeschermers van deze actiegroep proberen op hardhandige wijze te voorkomen dat de jagers de walvissen harpoeneren en aan boord takelen. Zo varen de activisten tussen de walvissen en de harpoenschepen in om de dieren te beschermen. Ook gooien ze onder meer stink- en verfbommen naar de walvisschepen.

De Japanse walvisjacht is omstreden. Japan doodt jaarlijks honderden walvissen, onder het mom van wetenschappelijk onderzoek. De jacht voor dit doel is toegestaan door een uitzondering bij een internationale afspraak uit 1986. De Japanse overheid heeft de praktijk bovendien lang verdedigd als onderdeel van de Japanse cultuur.

Maar dierenbeschermers en de regeringen van het nabijgelegen Australië en Nieuw-Zeeland vinden de jacht gruwelijk en onnodig. Milieugroep Greenpeace stelde al eerder dat de zwaar gesubsidieerde walvisjacht een verspilling is van het geld van Japanse belastingbetalers. De voorraad aan walvisvlees is bovendien veel groter dan de vraag in Japan, waar het dieet en culinaire voorkeuren de afgelopen jaren zijn veranderd. Een medewerker van Greenpeace zei eerder dat de walvisvaarders dit jaar vroeger thuiskomen, vooral omdat de voorraadschuren al zo vol zijn. „Ze geven de acties van de Sea Shepherd als reden, maar het overschot aan walvisvlees is de echte oorzaak.”