Mogelijk toch mariniers op handelsschepen
DEN HAAG (ANP) – Het ministerie van Defensie is mogelijk toch bereid bewapende mariniers aan boord van sommige Nederlandse koopvaardijschepen te plaatsen om deze te beschermen tegen piraten. Het departement is daarover in gesprek met rederijen.
Dat kondigde minister Hans Hillen van Defensie donderdag aan in een overleg met de Tweede Kamer. Tot nu toe was Defensie er om praktische en juridische redenen geen voorstander van om mariniers te laten meevaren met Nederlandse schepen in de gevaarlijke Somalische wateren, ondanks herhaalde oproepen daartoe van de rederijen en een Kamermeerderheid.
Hillen wilde nog niet het achterste van zijn tong laten zien, maar gaf wel aan dat Defensie serieus bekijkt onder welke omstandigheden mariniers eventueel aan boord van koopvaardijschepen kunnen worden ingezet. „We willen bewegen”, zei hij.
Volgens de minister wordt het optreden van piraten „driester”, escaleert het geweld en neemt de druk vanuit rederijen toe om kwetsbare schepen extra te beveiligen met mariniers of gewapende particuliere beveiligers. Dat laatste blijft Hillen afwijzen, omdat de overheid het monopolie op het gebruik van geweld heeft.
De mogelijke inzet van mariniers op koopvaardijschepen vergt volgens hem de grootst mogelijke zorgvuldigheid. Als het ervan komt, zal dat onder „strikte voorwaarden” gebeuren. Ook zal het eerder uitzondering dan regel zijn, omdat de capaciteit van de krijgsmacht beperkt is.
Belangrijk punt is ook dat de mariniers indien nodig snel ontzet moeten kunnen worden. Bovendien moeten er afspraken worden gemaakt over onder meer de accommodatie aan boord van schepen, de bevelvoering en de verpleging van gewonden, aldus Hillen.
De Adviesraad Internationale Vraagstukken (AIV) adviseerde begin dit jaar om in bijzondere gevallen een Nederlands militair beveiligingsteam aan boord van kwetsbare schepen te plaatsen. Ook moet een kapitein onder strikte voorwaarden gewapende particuliere beveiligers kunnen inzetten als afschrikking tegen piraten, aldus de raad. Hillen komt in maart met een reactie op het AIV-rapport.