„Aantal meldingen daalt juist”
Het aantal meldingen van euthanasie is gedaald in plaats van gestegen. „De samenleving wordt op het verkeerde been gezet”, zo reageert een bezorgde directeur dr. R. Seldenrijk van de Nederlandse Patiënten Vereniging (NPV) op de vrijdagmorgen bekend geworden euthanasiecijfers.
Seldenrijk baseert zich op de cijfers van de regionale toetsingscommissies zoals die zijn gepubliceerd in het vandaag verschenen nummer van Medisch Contact. Volgens hem worden de verkeerde cijfers vergeleken. In 1995 werden 1400 euthanasiegevallen gemeld. Vergeleken met het aantal uit het toetsingsjaar 2001 van het vanmorgen verschenen onderzoek van Van der Wal, namelijk 1882, is er inderdaad sprake van een stijging.
Seldenrijk zet het aantal van 1882 meldingen in 2001 echter af tegen het aantal in de voorgaande jaren. In 1998 bereikte het aantal meldingen een piek: 2590 keer, in 1999 zakte dat aantal naar 2216, in 2000 naar 2124 en in 2001 naar 1882. Het aantal euthanasiegevallen is daarentegen gestegen. In 1990 was het geschatte aantal 2700, in 1995 was dit 3600, en in 2001 gaat het om 3800 euthanasiegevallen.
De NPV-directeur is geschrokken van deze uitkomst. „De meldingsbereidheid neemt af in plaats van toe.” Verder maakt hij zich zorgen om het aantal levensbeëindigingen zonder verzoek. „Volgens onderzoek zijn dat er 1000 per jaar. De mens is nog altijd vogelvrij.”
Verder vindt hij dat er duidelijkheid moet komen over de doelstellingen van terminale sedatie (het toedienen van pijnstillers in combinatie met het niet meer toedienen van vocht en voedsel). Sommige artsen misbruiken deze methode bewust om het levenseinde te bespoedigen. „Het is een grijs gebied.” Hij bepleit het toetsen van alle sterfgevallen, naar het voorstel van de gynaecologen om alle zwangeren twee echo’s te geven.
Prof. dr. ir. H. Jochemsen van het Lindeboom Instituut voor medische ethiek sluit zich aan bij Seldenrijks analyse van de cijfers. Verder constateert hij dat de 46 procent van de niet-gemelde euthanasiegevallen „gewoon een misdrijf is.”
Het totale beeld geeft hem geen verrassingen. „Ik moet concluderen dat de meldingsprocedure heeft gefaald. Het valt te vrezen dat juist die gevallen niet worden gemeld waarbij iets niet in orde is. Het lijkt dat de laatste jaren euthanasie onderduikt in wat dan voor palliatieve sedatie doorgaat.”
Positief vindt hij het dat bij de procedurele en zorginhoudelijke toetsing met de zogeheten SCEN-artsen het aantal meldingen lijkt te stijgen. Daaraan klampt ook de artsenorganisatie KNMG zich vast. Zij wijst erop dat in de regio Zuid-Kennemerland bijna 100 procent van de euthanasiegevallen wordt gemeld.
De KNMG pleit voor voortzetting van dit project, wat door de bezuinigingen onzeker is geworden en is voorstander van uitbreiding van het SCEN-project naar verpleeghuizen en ziekenhuizen. Ook de Nederlandse Vereniging voor Vrijwillige Euthanasie wil dat het aantal meldingen verder stijgt.