Het gaat om al het geld dat is voorgeschoten om zeker 320.000 Britse en Nederlandse spaarders bij de omgevallen IJslandse internetspaarbank te compenseren. In totaal gaat het om 3,8 miljard euro, waarvan 1,3 miljard terug moet naar Nederland. De bank viel in oktober 2008 om op het hoogtepunt van de financiële crisis.

President Olafur Grimsonn van IJsland moet zijn handtekening nog wel onder het akkoord zetten. Hij weigerde een eerste akkoord te tekenen waarna het in een referendum aan de bevolking werd voorgelegd. In de volksraadpleging in maart stemde een meerderheid tegen. Daarna begonnen nieuwe onderhandelingen tussen de drie landen. Eind vorig jaar bereikten ze een nieuwe overeenkomst.

In het parlement waren 44 stemmen voor en zestien tegen de deal. Drie leden onthielden zich van stemming.

In de nieuwe overeenkomst betaalt IJsland Nederland een vaste rente van 3,0 procent. Die rente is een stuk lager dan de eerder afgesproken 5,5 procent, maar nog wel kostendekkend. IJsland begint in juli 2016 met betalen en moet daarmee voor 2046 klaar zijn. Eerder werd begonnen met zestien jaar, maar kon de volledige terugbetaling onbeperkt verlengd worden.

Het jaarlijkse bedrag dat IJsland terugbetaalt, is gemaximeerd op 5 procent van de totale IJslandse overheidsinkomsten van het jaar ervoor. Restanten worden doorgeschoven. Het jaarlijkse bedrag kan nooit lager zijn dan 1,3 procent van het IJslandse bruto binnenlands product.