Dit blijkt uit het donderdag verschenen jaarverslag 2002 van het Meldpunt Kinderporno. Het grootste gedeelte van de getraceerde kinderporno werd aangetroffen op MSN-groepen en Hotmail-accounts.

Uit de aangiften van vorig jaar zijn ruim tachtig zaken voor het openbaar ministerie voortgekomen, laat het meldpunt weten. Dat is een verdubbeling in vergelijking met 2001.

SGP-kamerlid Van der Staaij wil via de vaste kamercommissie voor justitie de minister van Justitie om een reactie vragen. Ook wil hij weten in hoeveel gevallen daadwerkelijk tot vervolging wordt overgegaan. „De klacht van het meldpunt is dat er te weinig met de aangiften wordt gedaan.”

Volgens het Meldpunt Kinderporno ligt de grote toename van de meldingen aan het nog steeds stijgende aantal internetgebruikers. Een andere oorzaak is dat steeds meer verzamelaars en verspreiders van kinderporno het internet als medium ontdekken. „De drempel is laag, omdat ze zich op internet veilig en anoniem voelen en ze wereldwijd eenvoudig contact met elkaar kunnen maken. Gebruik van internet is een makkelijke methode om kinderporno te verspreiden en te bekijken.”

Een woordvoerder van het landelijk parket van het OM bevestigt dat het aantal kinderpornozaken stijgt. Precieze cijfers heeft hij niet beschikbaar. De stijging is volgens hem ook logisch. „Meer onderzoek leidt tot meer zaken”, concludeert hij. „Verder is er de afgelopen jaren internationaal ook een steeds grotere samenwerking in de opsporing totstandgekomen.” Ook die samenwerking werpt vruchten af, stelt hij.

Het Meldpunt Kinderporno constateert verder in het jaarverslag dat steeds meer kinderporno wordt verspreid via spam. Dat zijn bestanden, vaak met reclame, die ongevraagd via e-mail worden verspreid onder een groot publiek. De meldingen hierover zijn vorig jaar in vergelijking met 2001 vertienvoudigd. „Spam is met name een groot probleem vanwege het onverwachte karakter ervan voor de gebruiker”, verduidelijkt het Meldpunt Kinderporno. „Daardoor kan het makkelijk bij kinderen terechtkomen.”