PVV zet niet door in kritiek op abortuswet
Of je er nu blij mee bent of niet, de abortuswet van 1981 is in Nederland onaantastbaar. Sinds CDA en VVD dertig jaar geleden hun bekende compromis smeedden en justitieminister De Ruiter de wet door het parlement loodste, is de essentie van de abortusregelgeving niet meer gewijzigd. De vrouw in kwestie bepaalt of er sprake is van een noodsituatie. Is dat in haar ogen het geval, dan heeft zij het recht de vrucht in haar buik te laten doden, mits de zwangerschap niet verder gevorderd is dan de 24e week.
Drie decennia lang is daaraan nauwelijks iets veranderd. De seculiere partijen wilden dat niet; zij waren veel te blij dat ze binnen hadden gehaald wat ze beoogden. Het CDA maakte er geen strijdpunt meer van. De kleine christelijke partijen hadden de wet het liefst van tafel geveegd, maar konden door hun minieme omvang niets uitrichten.
In dit licht is het interessant dat zich sinds enkele jaren een nieuwe speler aan het politieke front heeft gemeld, te weten de PVV, die de Nederlandse abortuspraktijk af en toe onder vuur neemt. Nee, principieel verzet tegen abortus provocatus wordt vanuit die partij niet vernomen. Maar de club van Wilders is er wel goed in om, op pragmatische wijze, zonder te letten op taboes, verkeerde praktijken op welk terrein dan ook onder kritiek te stellen.
Zo ook in het abortusdossier. Het was PVV-Kamerlid Agema die al in 2007 de vinger legde bij het feit dat van alle vrouwen die een abortus laten uitvoeren, een kwart dat voor de tweede keer doet of het later nog een keer zal doen, terwijl sommige vrouwen de ingreep wel vijf of zes keer laten uitvoeren. Agema, die nooit naliet erop te wijzen dat van de 30.000 abortussen per jaar ongeveer de helft betrekking heeft op allochtonen, vroeg zich vier jaar geleden af waarom de overheid eigenlijk al die (herhaalde) abortusingrepen moest vergoeden. Wat kostte dat allemaal wel niet?
Zo’n weliswaar niet principiële maar wel nuchtere houding heeft ook het vorig jaar aangetreden PVV-Kamerlid Gerbrands. Gerbrands, die gewerkt heeft in de zwakzinnigenzorg, stelt in het deze week verschenen boek ”Echo, prenataal onderzoek en keuzevrijheid” dat het op komst zijn van een zwaar gehandicapt kind niet per definitie reden is tot een abortus. „Het is niet leuk, maar er zijn genoeg gehandicapte kinderen die best een goed leven hebben. Het criterium moet zijn: kan het kind een leven zonder al te veel pijn en ellende leiden?”
Het PVV-Kamerlid zou het begrip ”noodsituatie” willen inperken. De vrouw mag niet de enige zijn die dat begrip invult, zegt zij in het door journalist Maarten Slagboom geschreven boek. „Artsen zouden een lijst moeten opstellen. Als vrouwen dan horen dat hun kind geen aandoening heeft die ernstig genoeg is voor een abortus, dan hebben ze gewoon voor hun kind te zorgen. Zelfbeschikking is mooi, maar verantwoordelijkheid ook.”
Zulke geluiden zijn in het volkomen vastgelopen abortusdebat –is er eigenlijk nog wel een debat?– bijzonder verfrissend. Eindelijk eens een seculier politicus die niet gevangenzit in het korset van de ideologie van de jaren zestig en die onbevangen durft nadenken over de nadelige gevolgen van een tot het uiterste doorgevoerd zelfbeschikkingsrecht.
Een keer ten goede? Dat zou nu weer te veel eer zijn voor de PVV. Dat tegenstanders van abortus niet mogen verwachten dat er op korte termijn veel verandert, laten de gebeurtenissen van deze week zien. De uitgever van het boek ”Echo” had het persbericht met de uitspraken van Gerbrands nog maar net rondgestuurd, of de PVV begon al een paniekerig tegenoffensief. Gerbrands zelf beweerde verkeerd te zijn geciteerd, en de PVV-Kamerfractie reageerde met een persbericht dat hier absoluut geen sprake is van een fractiestandpunt, maar van de persoonlijke mening van mevrouw Gerbrands.
Blijkbaar wil de partij haar handen niet branden aan dit gevoelige thema en willen Wilders en de zijnen niet het risico lopen om, in een samenleving waarin voor een ruime meerderheid het zelfbeschikkingsrecht van de vrouw een onaantastbaar dogma is, in de beeldvorming in het kamp van pro life geplaatst te worden.
Dat is jammer. Het bewijst voor zoveelste maal dat de PVV wel schermt met de joods-christelijke cultuur, maar in de kern toch een door en door seculiere partij is, die in ethische zaken ten diepste een volstrekt moderne koers vaart.