Tij op spaarmarkt lijkt te keren
Heel aarzelend lijkt zich een kentering op de spaarmarkt af te tekenen. Het gaat om tienden van een procent, maar de rente vertoont in ieder geval meer de neiging om te stijgen dan om verder te dalen. Het wachten is op het moment dat de Europese Centrale Bank (ECB) zijn tarieven verhoogt.
Voor spaarders zijn het geen vrolijke tijden. De door hen bij banken en andere instellingen geparkeerde middelen leveren weinig op, hooguit een percentage tussen de 2 en 2,5. Daar worden zij niet rijk van.
Integendeel. Tegenover die opbrengst staat dat zij over hun vermogen aan de fiscus de vaste rendementsheffing van 1,2 procent moeten afdragen. Bovendien trekt ook nog de inflatie aan. Die bevindt zich nu op ongeveer eenzelfde niveau als de rente. Al met al: de koopkracht ofwel de reële waarde van de tegoeden slinkt. Begin januari zagen veel mensen aan hun saldo weer het bedrag aan jaarlijkse intrest toegevoegd, maar wie meent dat zijn bezit daarmee vermeerdert, heeft last van geldillusie. In de huidige omstandigheden boer je alleen maar achteruit.
Even terug naar 2008. Toen woedde er een felle slag om de spaarder. Icesave stuntte met, achteraf bezien, onverantwoord gunstige aanbiedingen. In dat klimaat voelden andere partijen de noodzaak eveneens naar boven te bewegen. Zelfs over een direct opvraagbaar saldo kon je algauw 4 tot 5 procent opstrijken.
Na het uitbreken van de kredietcrisis verhevigde de concurrentie in eerste instantie zelfs. Banken vertrouwden elkaar niet langer en durfden onderling nauwelijks leningen te verstrekken. De geldmarkt, waarop zij hun tekorten en overschotten in de kas verhandelen, droogde op. De zogeheten euribor, de rente bij een dergelijke transactie, klom bij een termijn van drie maanden tot zo’n 5,4 procent. Dat alles vormde aanleiding voor de betrokken ondernemingen om massaal een alternatieve bron voor het benodigde kapitaal aan te boren: de spaarcenten van particulieren. De consument profiteerde van de situatie en kreeg een riante rente toegeschoven.
De ECB schoot, om het financiële systeem overeind te houden, de commerciële banken te hulp. President Trichet en zijn medebestuurders verlaagden voor hen in snel tempo de prijs die zij betalen voor het opnemen van liquiditeiten in Frankfurt. Samen met aanvullende maatregelen zorgde die aanpak ervoor dat er een overvloed aan goedkope kredietfaciliteiten ter beschikking stond.
Het belangrijkste officiële tarief was in juli 2008, om de versnelling van de inflatie een halt toe te roepen, verhoogd tot 4,25 procent. Tien maanden later, in mei 2009, had de ECB het in zeven stappen, met daarbij één keer zelfs een ongebruikelijke 0,75 procentpunt, teruggebracht naar 1 procent. Op dat historisch lage peil staat het vandaag de dag nog steeds. De banken hebben zich lange tijd voordelig kunnen financieren. Dat bood de gelegenheid om na de rampspoed die de kredietcrisis veroorzaakte, wat aan te sterken.
De rente die banken kwijt zijn als zij lenen bij de ECB, is van grote invloed op de hoogte van het percentage dat zij vervolgens aan spaarders uitkeren. Uiteraard spelen bij de vaststelling ervan ook andere overwegingen een rol, bijvoorbeeld op het gebied van concurrentieverhoudingen, maar we weten zeker dat als de ECB eenmaal een krapper beleid in gang zet, de rente op spaarmiddelen geleidelijk aan zal oplopen.
Voornaamste graadmeter bij de beslissingen van de monetaire autoriteiten is de inflatie. Zij hebben immers tot taak de prijsstabiliteit te waarborgen. Concreet betekent dit dat de geldontwaarding op middellange termijn niet boven de 2 procent mag uitkomen.
De laatste maanden kruipt de inflatie in de eurozone omhoog: 1,9 procent in november, 2,2 in december en 2,4 in januari. Die ongewenste ontwikkeling vergroot de waakzaamheid van de ECB. Trichet beschouwt het vooralsnog als een tijdelijk fenomeen, maar analisten verwachten dat hij later in 2011, waarschijnlijk pas na de zomer, wel degelijk de rente zal optrekken. De euribor trouwens is na de bodem van 0,6 procent die nagenoeg een jaar geleden werd bereikt, opgekrabbeld naar nu bijna 1,1 procent.
Er gloort voor spaarders dus enig licht aan de horizon. Op de website www.vanspaarbankveranderen.nl zien we dat rentewijzigingen op spaarrekeningen en deposito’s inmiddels bijna allemaal in opwaartse richting gaan, al zijn ze nog gering van omvang. In januari was er sprake van 53 aanpassingen omhoog en 7 omlaag.