Kerk & religie

„Afstappen van vrije wil in deze tijd heel moeilijk”

LEIDEN – De leerlingen van Tjeerd van de Laar, leraar filosofie op een middelbare school, worden boos als hij zegt dat ze geen vrije wil hebben. Van de Laar: „Hun persoonlijke keuzes staan op het spel als ik dat zeg.”

Van een medewerker
10 February 2011 09:43Gewijzigd op 14 November 2020 13:39

Van de Laar presenteerde woensdagavond zijn boek ”Vrije wil” in een overvolle collegezaal van de Leidse universiteit.

„Op de middelbare school wilde ik ontzettend graag Nikes”, zo begint Van de Laar zijn verhaal. „Maar wilde ik dat echt? Of liet ik mij beïnvloeden door de sociale norm op school?”

Terugblikkend is Van de Laar ervan overtuigd dat zijn wil een product was van de sociale norm van toen. „Wij zijn genetisch en sociaal zo sterk beïnvloedbaar dat voor mij de vrije wil niet bestaat”, concludeert hij.

Het irriteert Maureen Sie, redacteur van het boek ”Hoezo vrije wil”, dat de meeste boeken over de vrije wil geschreven zijn door hersenchirurgen. „De vrije wil is een filosofisch thema.”

„Alle schepselen zijn marionetten in de hand van de grote Poppenspeler”, citeert debatleider Jan Sleutels Maarten Luther vrij tijdens een discussie over de vrije wil. „Doet de religieuze achtergrond van het debat over de vrije wil er nog toe in het debat van vandaag?” luidt zijn vraag aan de forumleden.

Marc Slors, cognitiepsycholoog, meent dat er een verschil is tussen een God Die alles bestuurt en een universum dat geregeerd wordt door natuurwetten. „God is een Persoon en kan een reden hebben, het universum niet. Er is één overeenkomst, en dat is dat je jezelf niet verantwoordelijk houdt.”

Stefaan Cuypers, hoogleraar filosofie aan de universiteit van Leuven, is het niet met hem eens: „Gods wegen zijn toch ondoorgrondelijk? Wat maakt het dan voor verschil?”

Van de Laar meent dat de discussie over de vrije wil nu pregnanter is dan enkele eeuwen terug. „We geloven zo in onze autonomie. Heel de idee van democratie is erop gebaseerd. Het is dan heel moeilijk om van het idee van een vrije wil af te stappen.”

„De discussie over de vrije wil was vroeger ook al ontzettend belangrijk”, stelt psychiater en filosoof Gerben Meynen. „Iedereen wilde weten welke voorkennis God had. Er zijn koppen om gerold.”

Een man uit de zaal zegt blij te zijn niet te geloven in de vrije wil. „Mijn hersenen doen het werk en daar voel ik me wel happy bij.” „Alsof er een ik is dat er niet bij is”, reageert Sleutels. „Voelt u zich moreel verantwoordelijk voor wat u doet?” vraagt Van de Laar aan de man. „De samenleving vraagt een bepaald gedrag van mij.”

Volgens Cuypers doet het er uiteindelijk niet zo veel toe of je nu wel of niet een vrije wil hebt. „Als je een vrije wil hebt, heb je altijd dat gezeur in het sociale verkeer: „Waarom staat de afwas er nog?” Als je de vrije wil afschaft, ben je een diamant, bekleed je een goddelijke positie. De mens is echter een kuddedier en de volgende dag vraagt je vrouw weer: „Waarom staat de afwas er nog?”

Will Tiemeijer, werkzaam bij de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid, snapt niet dat mensen zich blij kunnen voelen als ze niet in een vrije wil geloven. „Ik zou beledigd zijn wanneer men tegen mij zegt dat mijn gedrag niet uit mijn wil voortkomt. Dat schept onverantwoordelijkheid. Onderzoeken tonen aan dat mensen die niet in de vrije wil geloven zich asocialer gedragen. Het is beter om de optie van de vrije wil aan te houden, omwille van de samenleving.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer