De Noorse kust in 52 kwatrijnen
Twaalf dagen doorbrengen aan boord van een kustvaarder die midden in de winter langs de fjorden van Noorwegen vaart. In februari 2010 ging de literair recensent, schrijver en dichter Hans Werkman samen met zijn vrouw Nelie deze uitdaging aan. Werkmans dichtbundel ”Kartelrand. Ballade van de Hurtigruten” is geïnspireerd op deze reis.
Een wand van bergen spant
één lange, blauwe, sneeuwen kartelrand
Er varen jaarlijks flink wat grote cruiseschepen langs de Noorse kust. Ze vervoeren passagiers, maar hebben ook de functie van vrachtboot en postboot. Deze traditie dateert uit de negentiende eeuw, toen er nog geen geregelde verbinding was tussen de kleine eilandjes voor de kust. Als oplossing werd er een veerdienst opgericht: de Hurtigruten, oftewel ”snelle dienst”. Tegenwoordig is op de snelle dienst ook plaats voor toeristen.
De Nederlandse reisleider Egbert Pijfers, die werkzaam is op een van de schepen, nodigde Hans Werkman uit om een aantal dagen mee te varen. Werkman: „Egbert Pijfers is een kunstliefhebber en af en toe neemt hij een Nederlandse schilder of dichter mee die hij ergens opgeduikeld heeft. Ze mogen gratis meereizen, maar dan moet er wel een tegenprestatie geleverd worden in de vorm van een kunstwerk of een gedicht.”
Werkman en zijn vrouw hadden van tevoren wel wat twijfels over de reis. „We houden niet zo van sneeuw en ijs en in de winter is het daar natuurlijk vreselijk koud.” Gelukkig bleek het met de kou wel mee te vallen toen ze eenmaal in Noorwegen waren. „De temperatuur lag rond het vriespunt, soms vroor het een graad of tien. Toch droegen we vrijwel altijd bontmutsen, thermisch ondergoed en snowboots, terwijl de reisleider rondliep in een simpel jack en spijkerbroek.”
Het is een golvend landschap, trapsgewijs
van witte bergen, hier begint de reis.
De reis begon in Bergen. Vanuit deze Noorse stad vertrekt iedere dag een groot schip. Werkman: „Op onze boot, de Vesteralen, was accommodatie voor 400 personen, maar er waren vanwege het winterseizoen maar 40 vaste passagiers aan boord. De sfeer was heel relaxt. Op de dure cruiseschepen moet je in smoking aan het diner verschijnen, maar hier kon je gewoon in je trui aardappeltjes prikken.”
Het echtpaar bracht veel tijd door in de panoramazaal van het schip. „De grote ramen boden naar alle kanten een prachtig uitzicht op de kust en de zee. Ik ging er vaak zitten met een schriftje op tafel. Het was er lekker warm, ik had koffie bij de hand… Ideale omstandigheden om te schrijven.”
Warm vaart het slaperige middagschip
van Hammerfest naar Tromso in een mist
van sneeuw. En in de panoramazaal
mengt geur van koffie zich met mensentaal.
Er was ook meer dan genoeg tijd voor interessante gesprekken met medepassagiers. Zo ontmoette Werkman de oude Duitser Helmut. „Hij was een stille man die bijna niet van het schip afging en altijd maar voor zich uit zat te kijken. We zochten wat aansluiting en op den duur kwam hij aan onze tafel eten. Hij vertelde dat dit zijn tweede reis was met het schip. De eerste keer was hij samen met zijn vrouw geweest. Maar zijn vrouw was overleden en voordat hij zelf overleed, wilde hij de reis nog één keer doen. Het was voor hem een herinneringsreis, ten ere van zijn vrouw. Dat vond ik zo’n mooi gegeven!”
Werkman en zijn vrouw sliepen ’s nachts in een kleine kajuit met twee bedden, een boekenplank en een klein werktafeltje. De intercom riep steeds de volgende havenplaats om. „’s Nachts bleef het in principe stil, maar soms werden we ons bed uitgetoeterd door een stem die riep dat het noorderlicht te zien was. Dan is het zaak om je zo snel mogelijk warm aan te kleden en naar het dek te lopen. Het was prachtig om te zien: groene lichtflitsen die langs de hemel vlogen en uitwaaiden naar het westen.”
Het noorderlicht golft langs de hemelnacht
mysterie dat ons aanraakt en ontlast.
In een geheim van groen en violet
rolt licht over de nacht van oost naar west.
De boot voer dag en nacht door, maar stopte wel vaak: 52 keer in 12 dagen. „Ik werd ’s nachts wel eens wakker en dacht: hé, wat is het stil. Dan keek ik even door het kajuitraampje en zag daar dat ze bakken met vis aan het uitladen waren. Na een uurtje voer het schip dan weer verder.”
Vaak bleef de boot ergens uren liggen en was er genoeg tijd om mooie plaatsen te bezoeken. „We hebben veel mooie houten Noorse kerkjes gezien. In Honningsvag lag tegenover de kerk een begraafplaats. De graven waren helemaal bedekt met sneeuw; alleen de bovenkant van de grafstenen stak er nog uit. Op één graf was van sneeuw een hart geboetseerd, als een soort liefdesbetoon aan de overledene. Daar heb ik ook een gedicht over geschreven.”
Een warme naaste heeft de laatste plek
van Mette Olsen zorgzaam toegedekt
Op haar wit graf ligt als een liefdesvers
een hart, kloppend uit zachte sneeuw geperst.
Werkman was gedurende de reis voortdurend bezig met zijn gedichten. „In mijn hoofd zaten altijd woorden en ik krabbelde mijn indrukken steeds in het schriftje. Ik ging dieper nadenken over de plaatsen die we bezochten. Door te associëren, kom je vaak op interessante ideeën.”
Als voorbeeld noemt hij het plaatsje Svolvaer op de Lofoten, waar ze kabeljauw drogen om er stokvis van te maken. „Ze hangen die vissen op enorme houten rekken te drogen. In de volksmond heten die bouwsels stokviskathedralen. Ik ging eens nadenken over dat woord: een vis is het ichthusteken, Christus is gestorven aan een houten kruis. Met behulp van dat soort associaties schrijf ik een gedicht.”
Hoog hangt de vette, zware kabeljauw
in brede, strenge stroken aan het hout
van wat men stokviskathedralen noemt.
De ware stokvis offert vet en bloed.
Hans Werkman schreef al zijn gedichten in de vorm van kwatrijnen, een gedicht of een strofe van vier regels en twee rijmklanken. „Ik houd van die vorm. Het schrijven van kwatrijnen is eigenlijk knutselen: in vier regels moet je veel zeggen en ieder woord moet op zijn plek staan.”
Na thuiskomst werkte hij de concepten verder uit. Uiteindelijk heeft hij 80 kwatrijnen gemaakt, waarvan er 52 zijn overgebleven voor de ballade. „Ik bleef maar dingen veranderen. Gelukkig kwam alles op zijn plaats terecht en wist ik: zo is het goed.”
Het is een waterschap van lichtend grijs,
het wordt een landschap, wit en levenswijs,
van zeven bergen in de sneeuw vermomd.
De dingen gaan voorbij. Een heimwee komt.
Kartelrand. Ballade van de Hurtigruten, Hans Werkman; uitgave in eigen beheer, € 7,90, incl. verzendkosten. Bestellen via hanswerkman.nl of 033-4620929.