Rosenthal maakte dat dinsdag duidelijk tijdens zijn bezoek aan hoofdrolspelers van het vredesproces in Israël en de Palestijnse gebieden. Hij ziet uit naar een bijeenkomst in maart in Brussel van het zogeheten Kwartet van bemiddelaars voor het Midden-Oosten (VS, EU, VN en Rusland), waarbij ook Israël en de Palestijnen aanschuiven. De initiatieven van de EU moeten volgens Rosenthal een bijdrage leveren aan de Amerikaanse inspanningen voor het vredesproces.

Hij wees erop dat zijn besprekingen in het Midden-Oosten plaatsvinden tegen het decor van de onrust in de Arabische wereld. Tussen het Israëlisch-Palestijnse conflict en de politieke onrust in Arabische landen ligt „een verbinding”, al is er geen sprake van een oorzakelijk verband, benadrukte de minister. Zijn Israëlische ambtgenoot, Avigdor Lieberman, deelt die visie niet. Lieberman stelde maandagavond dat de onrust in de Arabische wereld niet te maken heeft met het Israëlisch-Palestijnse conflict, maar het gevolg is van interne problemen in de betrokken landen.

Rosenthal ging dinsdag in Jeruzalem langs bij de Israëlische premier Benjamin Netanyahu en president Shimon Peres. Daarna ging hij naar Ramallah op de Westelijke Jordaanoever. Daar sprak hij met de Palestijnse president Mahmoud Abbas en minister van Buitenlandse Zaken Riyad al-Malki. De laatste stelde na afloop dat de Palestijnse Autoriteit niet eenzijdig een Palestijnse staat zal uitroepen. Ook zei hij dat Nederland de vriendschap met Israël kan gebruiken om „invloedrijk” te zijn in het vredesproces.

Rosenthal herhaalde dat Nederland voorstander is van een tweestatenoplossing (naast Israël een Palestijnse staat) en de Joodse nederzettingen als een obstakel in het vredesproces ziet. Hij zei onder de indruk te zijn van de economische ontwikkelingen op de Westelijke Jordaanoever. De minister bekijkt of Palestijnse studenten een studiebeurs kunnen krijgen om in Nederland te studeren.