Cultuur & boeken

Seksueel geweld, de langzame genocide van 1994

Oorlogen worden vaak in kaart gebracht met de trieste hoeveelheden doden en gewonden. Slachtoffers van seksueel geweld worden meestal niet genoemd. Toch trekt juist ook seksueel geweld in oorlogen diepe sporen. „De gevolgen ervan zijn immens en duren levenslang”, zegt dr. Anne-Marie de Brouwer van de Universiteit van Tilburg.

Mark Wallet
8 February 2011 11:08Gewijzigd op 14 November 2020 13:36
Marie Louise Niyobuhungiro (1975) uit Rwanda, een van de geïnterviewden in ”De mannen die mij hebben vermoord.” Foto Samer Muscati
Marie Louise Niyobuhungiro (1975) uit Rwanda, een van de geïnterviewden in ”De mannen die mij hebben vermoord.” Foto Samer Muscati

De Brouwer stelde samen met Sandra Ka Hon Chu en fotograaf Samer Muscati uit Canada een boek samen met zeventien portretten– zestien vrouwen, één man- van slachtoffers van seksueel geweld tijdens de genocide van 1994 in Rwanda. De verhalen in ”De mannen die mij hebben vermoord” zijn bepaald niet om vrolijk van te worden, maar de slachtoffers hopen zo op erkenning voor deze vorm van oorlogsgeweld. „Het helpt ons, te weten dat er mensen zijn die aan ons denken”, zegt de 30-jarige Ernestine Nyirangendahayo in het boek.

De verwoestende gevolgen van seksueel geweld worden in het boek maar al te duidelijk. „Alleen God heeft mij niet verlaten”, zegt de 44-jarige Adela Mukamusonera in haar getuigenis. Tijdens de genocide van 1994 in Rwanda, waarbij Hutu’s naar schatting 800.000 Tutsi’s en gematigde Hutu’s vermoordden, werd de toen 28-jarige vrouw meermalen seksueel misbruikt. Ze werd voor de ogen van veel van haar Hutuburen verkracht door de 20-jarige Damascene, die ze ook uit de buurt kende. „Ik kende ze allemaal”, zegt Mukamusonera. „Ze keken en ze lachten, alsof Damascene een soort artiest was die een top-performance gaf.”

Kort daarvoor was ze al ten prooi gevallen aan drie andere Interahamwe, de Hutumilities tijdens de genocide. Mukamusonera had zich met haar baby verborgen in de struiken, maar het gehuil van het kind alarmeerde de moordenaars. Ze moesten hard lachen toen ze haar zagen en schreeuwden: „Akanyu karashobotse!” „Je laatste uur is geslagen.” Vervolgens misbruikten ze haar.

Zeventien jaar later draagt Mukamusonera de diepe sporen van de gruwelijkheden nog dagelijks met zich mee. „Ik sta alleen op de wereld”, zegt ze. Haar vriend, een Hutu, werd doodgeschoten, terwijl hij voor zijn volksgenoten aardappelen vervoerde in de Rwandese hoofdstad Kigali. Haar vader overleed door de afranselingen die hij tijdens de genocide onderging. De moeder van haar vriend wil niet van haar horen. Toen ze daar een keer langsging zei de moeder dat haar zoon dood was en zij ook dood had moeten zijn. Mukamusonera is hiv-positief, voelt zich vaak te zwak om te eten en heeft doorlopend migraine.

Het is een van de trieste getuigenissen in het boek. De Hutu’s vermoordden de Tutsivrouwen tijdens de genocide vaak niet direct, omdat ze wilden weten hoe een Tutsivrouw „smaakt.” Zelden bleef het bij één verkrachting, soms raakten de vrouwen letterlijk de tel kwijt. Geen wonder dat ze vaak hiv opliepen en zwanger raakten. Het gevolg was een ”enfant de mauvais souvenir”, een kind van slechte herinnering. „Ik heb nooit kunnen houden van mijn dochter”, erkent Hyacintha Nirere (30) in het boek. „Ik doe mijn uiterste best van haar te houden, maar ik heb nog zo’n lange weg te gaan. Ik vraag mezelf vaak af, waarom God dit leven voor mij heeft bedacht.”

„Hele heftige verhalen”, erkent universitair hoofddocent internationaal strafrecht Anne-Marie de Brouwer op haar werkkamer in Tilburg. „Maar het is belangrijk om de levenslange gevolgen van verkrachting duidelijk te maken. Veel van de vrouwen die we gesproken hebben, leven in armoede, zijn alleen overgebleven en bovendien ziek. We willen laten zien dat grootschalige verkrachting in Rwanda een vorm van genocide was.”

Volgens De Brouwer waren al de vrouwen (en de man) die meewerkten aan de interviews trots op hun getuigenis in het boek. „We hebben iedereen drie tot vier keer gesproken. Eén persoon heeft halverwege afgehaakt en een paar vrouwen wilden niet herkenbaar in beeld. De mensen die uiteindelijk in het boek zijn gekomen, vinden dat de wereld moet weten wat er gebeurd is, zodat het in de toekomst zo mogelijk voorkomen kan worden.” De Brouwer geeft aan dat tijdens het afnemen van de interviews ook andere vrouwen naar hen toekwamen om hun verhaal te delen. „Het vertellen van hun verhaal is voor velen een manier van traumaverwerking en een erkenning van hetgeen hen is overkomen.”

Hoe bent u betrokken geraakt bij het thema?

„Ik kwam in 2003 voor het eerst in Rwanda omdat ik stage liep bij het Rwandatribunaal in Arusha in Tanzania. Ik onderzocht hoe seksueel geweld vervolgd wordt door internationale straftribunalen. Tijdens een van mijn reizen naar Rwanda ontmoette ik min of meer bij toeval de directeur van Solace Ministries, een organisatie die zorg draagt voor weduwen en wezen, onder wie slachtoffers van seksueel geweld. Ik ben met hem in contact gebleven en raakte onder de indruk van zijn werk. Solace Ministries biedt niet alleen geestelijke zorg, maar schept ook een bestaan voor de vrouwen in de vorm van bijvoorbeeld een paar geiten of kippen, het volgen van een opleiding of het starten van een bedrijfje. Vanuit Nederland ondersteunen we hun werk inmiddels via een stichting, Mukomeze.”

Waar komt de drang tot verkrachting tijdens een conflict eigenlijk uit voort?

„In de aanloop naar en tijdens de genocide in Rwanda werden de Tutsivrouwen afgeschilderd als werktuigen die op seksueel gebied konden worden ingezet om Hutumannen te verzwakken en te vernietigen. De media speelden een grote en kwalijke rol bij de verspreiding van dergelijke ideeën. Tutsivrouwen zouden bovendien mooi en arrogant zijn en neerkijken op Hutumannen. Verkrachting diende ertoe om Tutsivrouwen te vernederen en te onderwerpen.

Soms werd verkrachting ook doelbewust ingezet om het hiv-virus te verspreiden. „Ik heb het en jij straks ook”, werd er dan gedreigd. Niet alleen de verkrachte vrouw, ook haar kinderen en partner zouden besmet zijn met het virus. Verkrachting is zo een manier om niet alleen het individu te raken, maar ook de gemeenschap waartoe zij behoort. Kortom, verkrachting als genocide.”

Een ver-van-ons-bedshow, dergelijke praktijken?

„In Nederland lig het aantal gevallen van seksueel geweld niet veel lager dan in het huidige Rwanda. En tijdens de Tweede Wereldoorlog hebben vrouwen in Europa ook op grote schaal te maken gehad met verkrachting en andere vormen van seksueel geweld, zoals gedwongen prostitutie. Denk ook aan het conflict in het voormalige Joegoslavië in de jaren 90. In het boek staat bovendien een getuigenis van een Rwandese vrouw die door Franse militairen is misbruikt. Ook dat gebeurde en dat hebben we dus ook een plaats willen geven.”

Ook mannen werden verkracht.

„Ja, zij het op kleinere schaal. Er staat één man in het boek die graag wilde dat zijn verhaal bekend werd. Pas nadat hij in contact kwam met Solace Ministries en door de interviews voor dit boek is hij begonnen met de verwerking van zijn verleden. Voor jongens en mannen rust er een nog groter stigma op verkrachting dan bij vrouwen. Het wordt als een teken van ultieme zwakte gezien. Er zijn echter verschillende mannen bij Solace Ministries die seksueel geweld hebben ondergaan tijdens de genocide van 1994.”

Welke rol speelt verzoening voor deze slachtoffers?

„Voor velen is vergeving moeilijk. Sommigen vergeven hun verkrachters, omdat ze zich realiseren dat een leven met haatgevoelens moeilijk is en zij door moeten met hun leven. Anderen kunnen het niet. De daders komen het ook lang niet altijd vragen en dan is het niet altijd oprecht. Bekennen kan ze bijvoorbeeld strafvermindering opleveren.”

In Congo is seksueel geweld een actueel thema. Valt seksueel geweld te voorkomen?

„De Rwandese wet erkent verkrachting en ander seksueel geweld als genocide en misdaad tegen de mensheid. Het is daarmee een zogenoemd ”categorie 1”-misdrijf, dat gelijkstaat aan het beramen van de genocide. Dat is een belangrijk signaal.

Ook binnen de Verenigde Naties is het laatste decennium een aantal belangrijke resoluties aangenomen. Een belangrijke is bijvoorbeeld resolutie 1820 uit 2008, die van partijen in een gewapend conflict eist om burgers tegen seksueel geweld te beschermen en zich er zelf uiteraard niet schuldig aan te maken. Gebleken is dat seksueel geweld voorkomen kan worden indien vanuit de militaire top duidelijk gezegd wordt dat het niet is toegestaan en dat het wordt berecht als het toch plaatsvindt. Seksueel geweld moet bovendien uitgesloten worden van amnestieverdragen bij vredesonderhandelingen.”

Helpt dat, dergelijke teksten?

„Het gaat om gerechtigheid. Jarenlang is seksueel misbruik gezien als privéaangelegenheid, maar dat is het niet. Het is een van de zwaarste misdrijven. Het is belangrijk dat vrouwen zich niet langer hoeven te schamen voor wat hen is overkomen. Zij zijn niet de daders, maar verdienen alle steun. Nu we weten wat seksueel geweld tijdens conflictsituaties inhoudt, kunnen we niet langer onze ogen sluiten en er niets tegen doen. We kunnen allemaal iets doen.”

De mannen die mij hebben vermoord. Rwandese overlevenden van seksueel geweld, Anne-Marie de Brouwer en Sandra Ka Hon Chu (red.), fotografie Samer Muscati; uitg. Wolf Legal Publishers, Oisterwijk/Nijmegen, 2011; ISBN 978 90 5850 560 6; 205 blz.; € 24,50.

In Kamp Vught is t/m 27 maart een tentoonstelling te zien met foto’s van Samer Muscati van overlevenden van de genocide in Rwanda. De toegang is gratis. www.nmkampvught.nl www.mukomeze.nl


Seksueel geweld

In alle recente conflicten vielen er veel slachtoffers van seksueel geweld. Enkele voorbeelden.

Bosnische Oorlog (1992-1995): Naar schatting 20.000 tot 50.000 vrouwen verkracht, 1 tot 2 procent van de totale vrouwelijk bevolking tijdens de oorlog.

Congo (1998-2003 en 2005-2007): Tienduizenden vrouwen en meisjes zijn verkracht tijdens het conflict in Congo tussen 1998 en 2007. Alleen al in de provincie Zuid-Kivu in Oost-Congo zijn tussen 2005 en 2007 32.000 gevallen van seksueel misbruik geregistreerd. Inmiddels zijn daar nog duizenden gevallen bijgekomen.

Oost-Timor (1999): Honderden gedocumenteerde gevallen van seksueel geweld door het Indonesische leger en lokale milities.

Liberia (1999-2003): Aan einde van de burgeroorlog gaf 49 procent van de vrouwen tussen de 15 en de 70 aan ten minste één keer fysiek of seksueel geweld te hebben ondergaan door een soldaat of militielid.

Kenia (2007-2008): Tijdens verkiezingsgeweld nam het aantal incidenten van seksueel geweld met 7500 procent toe.

Bron: ”De mannen die mij hebben vermoord.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer