Dat heeft de gouverneur van de Belgische provincie West-Vlaanderen, Paul Breyne, donderdag gezegd na een vergadering van het crisisteam. „Er is geen reden tot paniek”, aldus Breyne.

Momenteel is de toestand van de Vicky stabiel. De tanker heeft lekken aan zowel binnen- als buitenkant. De Turkse tanker blijkt niet met kerosine, maar met dieselolie te zijn geladen. De diesel is volgens Breyne eigendom van een firma uit Rotterdam. Het schip, dat aan een Turkse rederij toebehoort, heeft bovendien 840 ton lichte en 1400 ton zware dieselolie bij zich voor de motoren.

De Belgische overheid zal voorlopig geen maatregelen nemen ter bescherming van het milieu. Toch is fase drie van het rampenplan voor de Noordzee afgekondigd. Dat betekent dat de gouverneur een coördinerende taak heeft.

Directeur Willem van Poucke van het Loodswezen Oostende bevestigde dat de Franse autoriteiten de Vicky woensdagavond herhaaldelijk hebben aangeraden een ankerplaats te zoeken. Het schip negeerde echter het voorstel om de aangewezen plaats in Franse wateren op te zoeken en voer naar België, waar het met de Tricolor in aanvaring kwam.

De kapitein van de Vicky zal zo snel mogelijk worden ondervraagd over de omstandigheden van de aanvaring met de Tricolor, waarvan de plaats was aangegeven met boeien. Volgens de Belgische wet is de kapitein verplicht daaraan mee te werken.

Een afgevaardigde van het crisisteam moet achterhalen wat de kapitein wil en of hij behoefte heeft aan steun. Verwacht wordt dat de kapitein zal vragen een deel van zijn lading naar een ander schip over te pompen. Volgens gouverneur Breyne kan dat alleen als de weersomstandigheden het toelaten, als bij die operatie permanente inspectie aanwezig is en als de kosten door de Turkse rederij worden gedekt.