Een uitspraak van een rechtbank in Temanggung leidde tot een grote geweldsgolf. De betogers vinden het vonnis niet streng genoeg. Zij brachten vernielingen aan bij de rechtbank en staken twee protestantse kerkgebouwen en een rooms-katholieke kerk in brand. De politie gebruikte traangas en vuurde waarschuwingsschoten af om de menigte te bedwingen. Agenten sloegen op de vlucht.

De veroordeelde, een christen uit Noord-Sulawesi, logeerde in oktober bij familie in het Javaanse Temanggung. Tijdens zijn korte verblijf deelde hij lectuur uit, die beledigend zou zijn voor de islam. De politie arresteerde de man onmiddellijk. Hierop volgde een reeks rechtszittingen, waarbij een politiemacht de verdachte moest bewaken.

De mensenrechtenorganisatie Setara wijst erop dat organisaties als het islamitische verdedigingsfront FPI steeds vaker geweld gebruiken tegen religieuze minderheden. Vooral christelijke kerkgemeenschappen en leden van de islamitische sekte Ahmadiyah zijn daarbij het slachtoffer.

Mensenrechtenorganisaties beschuldigen de Indonesische politie ervan het geweld toe te laten. De Engelstalige krant The Jakarta Post sprak onlangs zelfs van een vorm van staatsgeweld.

De verwoesting van de drie kerken op Java komt een dag nadat president Yudhoyono een onderzoek naar religieus geweld gelastte. Hierbij gaf hij de instructie om lokale autoriteiten te straffen als zij het geweld bewust niet bestrijden.

Leden van de Indonesische regering lijken steeds meer verdeeld in hun houding tegenover het oplaaiende geweld.