Donkere wolken boven toekomst kopten in Egypte
De christelijke kopten in Egypte hopen vurig op een betere toekomst. Helaas lijkt het erop dat het er voor hen alleen maar slechter op kan worden, schrijft Martin Janssen.
De vraag is niet meer of het Egyptische regime de huidige crisis zal overleven, maar of het onder druk van de straat gelijk zal vertrekken of pas na de vervroegde parlementsverkiezingen, die waarschijnlijk in het najaar zullen worden gehouden. Zowel de Egyptenaren zelf als het buitenland kijken met spanning uit naar wat de toekomst zal brengen. Voor geen enkele groepering in Egypte staat er echter zo veel op het spel als voor de koptische christenen.
Op de korte termijn lijken de kopten het eerste slachtoffer te worden van de onrust en chaos. Vooral op het Egyptische platteland en in de provincies neemt deze de vorm aan van een totaal ontbreken van gezag en orde. Veel ordetroepen die gelegerd waren in de provincies zijn verplaatst naar de steden. Het vacuüm dat ze achterlaten, wordt dankbaar opgevuld door gewapende bendes van allerlei pluimage.
Deze krant heeft de afgelopen dagen bericht over de gruwelijke moord op elf kopten in de provincie al-Minya en over de verwoesting van de Mar Girgiskathedraal in de Sinaï. Beide voorvallen vonden reeds eind januari plaats, maar raakten pas recentelijk bekend door het totale gebrek aan informatie over wat er zich buiten de steden afspeelt. Te vrezen valt dat we de komende weken nog wel vaker zullen worden opgeschrikt door dit soort treurige berichten.
Op de lange termijn zal de toekomst van de kopten worden bepaald door de richting die het nieuwe Egypte van na de revolutie zal kiezen. De protestbeweging wordt gedragen door zowel islamitische stromingen, met in de voorhoede de moslimbroeders én seculiere stromingen. Vanwege hun ideologische verschillen hebben beide stromingen duidelijk van elkaar onderscheiden visies op de toekomst van Egypte. In het Westen leeft de vrees dat de moslimbroeders, die veruit de best georganiseerde oppositiebeweging zijn, uiteindelijk als overwinnaar uit de bus zullen komen, waarmee het Iraanse scenario van 1979 zich zou herhalen.
Er is echter nog een ander scenario mogelijk, en wel het Pakistaanse. In Pakistan hebben seculieren en islamisten de afgelopen jaren vaak samengewerkt, om uiteindelijk een volkomen geïslamiseerd Pakistan voort te brengen. Beide groepen vinden elkaar namelijk, net als hun tegenhangers in Egypte, in hun afkeer van het Westen, en met name van de Verenigde Staten. Wat de positie van de Pakistaanse islamisten versterkt, want een antiwesterse politiek vertaalt zich in de praktijk in een islamiseringspolitiek. In de Egyptische context hebben seculieren en islamisten bovendien hun afkeer van het vredesverdrag met Israël met elkaar gemeen.
Het Pakistaanse voorbeeld leert dat christenen vaak worden gezien als een vijfde colonne van het Westen. En aangezien het vrijwel zeker is dat een toekomstige regering in Egypte, van welke snit dan ook, een duidelijk minder prowesterse koers zal varen dat het huidige regime, lijkt dit bepaald weinig goeds te voorspellen voor de toekomst van de Egyptische kopten op de lange termijn.
Verschillende koptische organisaties hebben vanaf het begin deelgenomen aan de protestbeweging, in de hoop dat Egypte zich zal ontwikkelen tot een democratische en werkelijk seculiere staat. Vooral artikel 2 van de Egyptische constitutie is hun een doorn in het oog. Dit artikel bepaalt dat de islamitische sharia de bron van wetgeving is in Egypte. Kopten hebben het gevoel dat dit artikel hen tot tweederangsburgers maakt. Bovendien eisen ze het recht om nieuwe kerken te bouwen.
De eerste voortekenen zijn echter weinig bemoedigend. President Mubarak reageerde op de protesten door een nieuwe regering te benoemen en door Umar Suleiman aan te stellen tot zijn vicepresident. Zowel Suleiman als de nieuwe regering riep alle partijen op tot een nationale dialoog. Alle partijen, echter met uitzondering van de kopten. Dit heeft de koptische organisaties diep verbitterd. „Alle partijen, van seculieren tot de moslimbroeders, zijn uitgenodigd, maar geen enkele koptische beweging of organisatie heeft een uitnodiging ontvangen, wat de totale marginalisering van de kopten in Egypte bevestigd”, aldus Rami Kamel, een van de leiders van de Koptische Jongerenbeweging, die vanaf het begin actief betrokken was bij de demonstraties
Hierbij dient nog te worden opgemerkt dat niet een van de politieke partijen en bewegingen die gehoor hebben gegeven aan de oproep van vicepresident Suleiman tot politieke participatie en dialoog de aanwezigheid van koptische organisaties hierbij heeft gevraagd of gesteund. Wat als een duister voorteken kan worden gezien voor de positie van koptische christenen in het Egypte van na de volksopstand. Het zou tot de cynische overweging kunnen leiden dat handhaving van het huidige regime wellicht het beste is wat de kopten kan overkomen.
De auteur is correspondent voor deze krant in Damascus.