Sap krijgt van partij tikje, maar boekt ook winst
DEN HAAG – GroenLinksleider Sap kreeg zaterdag van haar partijcongres een waarschuwing. Noem het berisping. Toch is het eindresultaat van het Kunduzavontuur voor haar persoon en haar partij gunstig.
Dat de kersverse GroenLinksleider Sap de achterliggende weken hoog spel speelde, besefte zij zelf maar al te goed. Terwijl zij en haar fractie, door de onverwachte en bijna grenzeloze toegeeflijkheid van het kabinet, zich steeds meer gedwongen voelden voor de politietrainingsmissie naar Afghanistan te stemmen, zwol in hun achterban het verzet tegen diezelfde missie tot ongekende hoogte.
Het partijcongres van afgelopen zaterdag in Utrecht zal Sap daarom wel met minstens evenveel spanning tegemoet hebben gezien als het Kamerdebat van anderhalve week geleden. Dat haar partij in meerderheid niet blij was met de door de fractie gekozen lijn, was duidelijk. Maar in welke bewoordingen zouden de congresgangers hun onbehagen gieten? Als dat neerkwam op een bits afkeuren van het fractiebesluit, kon Sap misschien beter haar biezen pakken.
Het viel mee, zaterdag. Zeker, diverse partijleden lieten felle kritiek horen. „Het is toch bizar”, klaagde een congresgangers, „dat ik me tegenwoordig binnen nota bene GroenLinks moet gaan verantwoorden voor mijn pacifistische opvattingen?”
En zeker, het congres nam, met een kleine meerderheid, een motie „van treurnis, eenheid en vertrouwen” aan. Die treurnis drukte inderdaad kritiek uit op het uiteindelijke besluit van de fractie om de Kunduzmissie te steunen. Maar diezelfde motie gaf ook uitdrukking aan de breed gevoelde wil in de partij om nu, met het oog op de Statenverkiezingen, de gelederen weer te sluiten.
Onmiskenbaar kreeg Sap zaterdag van haar partij een waarschuwing: dit soort besluiten voorlopig even niet meer. Maar dat signaal heeft ook een positieve kant: een gewaarschuwd man (of vrouw) telt voor twee.
In feite maakt Jolande Sap als partijleider helemaal niet zo’n gekke start. Van een relatief onbekend Kamerlid veranderde zij in kort tijd tot een persoon van wie de naam op aller lippen was. Andere politici kunnen van zo’n stijging in hun naamsbekendheid alleen maar dromen.
Daar komt nog iets bij wat minstens zo belangrijk is. Waren CPN, PSP, PPR en EVP niet veel meer dan kleine getuigenispartijtjes, GroenLinks is vanaf zijn ontstaan druk bezig geweest volstrekt serieus genomen te worden als een bestuurderspartij. De wijze waarop zowel Rosenmöller als Halsema de partij leidde, moet mede in dat licht worden bezien.
Had Sap de Kunduzmissie niet gesteund, dan was GroenLinks op de ladder van kansrijke coalitiepartners vele treden gedaald. Dat heeft Sap, behendig koorddansend, de achterliggende weken weten te voorkomen.