Opinie

Commentaar: Selectieve verontwaardiging

Groot was de verontwaardiging in ons land toen zaterdag een week geleden bekend werd dat Nederlands-Iraanse Zahra Bahrami in Iran was opgehangen. De 45-jarige vrouw had de doodstraf gekregen vanwege drugsbezit. Veel waarnemers zijn ervan overtuigd dat de vrouw in werkelijkheid om politieke redenen is geëxecuteerd.

Hoofdredactioneel commentaar
7 February 2011 11:26Gewijzigd op 14 November 2020 13:35

De barbaarse straf was aanleiding voor veel ophef. Daarbij werd minister Rosenthal van Buitenlandse Zaken verweten laks te zijn geweest. In een Kamerdebat gaf de bewindsman donderdag toe enkele steken te hebben laten vallen. Daarbij voerde hijzelf als verklaring voor zijn optreden aan niet te hebben verwacht dat Bahrami zo snel zou worden terechtgesteld. De Iraanse autoriteiten hadden gezegd dat de executie minstens nog tien dagen op zich liet wachten.

Zondag riep CU-kamerlid Voordewind het kabinet op zich in te spannen om te voorkomen dat dr. Said Musa in Afghanistan ter dood wordt gebracht. Hem wacht binnen enkele de doodstraf omdat hij van moslim christen is geworden.

Wie de commotie voorafgaand aan en de ontsteltenis na de executie van Zahra Bahrami vergelijkt met de oorverdovende stilte rond de ophanden zijnde terechtstelling van Said Musa, vraagt zich af waarom politiek en media zo selectief zijn. In geen van de landelijke ochtendkranten stond vanmorgen een bericht over de dreigende executie. Terwijl er toch wel degelijk een fundamenteel mensenrecht, dat van vrijheid van godsdienst, in het geding is. Daarbij komt nog bij dat Nederland zich op internationale fora graag profileert als de waakhond van de mensenrechten. Waarom is er dan nog niet hard aan de alarmbel getrokken?

Al veel eerder had immers de noodklok geluid kunnen worden. In de late lente van vorig jaar is in Afghanistan de discussie losgebarsten over bekeringen van de islam naar het christendom. De vooraanstaande parlementariër Abdul Sattar Khawasi zei onomwonden dat bekeerlingen gedood moesten worden; een gevoelen dat veel Afghaanse volksvertegenwoordigers delen.

Dr. Said Musa, werkzaam als arts bij het internationale Rode Kruis, werd eind mei gearresteerd. De autoriteiten zetten hem onder grote druk om zijn christelijk geloof af te zweren. In oktober schreef hij een brief waarin hij president Obama en de internationale gemeenschap te hulp riep. „Ik verkeer als een schaap onder 400 wolven,” was zijn klacht.

Alle SOS-signalen die Musa en organisaties die de belangen van christenen verdedigen uitzonden, hebben tot op heden niets opgeleverd. De wereld lijkt zich als doof te houden, terwijl hij ondertussen roept zich in te zetten voor het democratiseringsproces in Afghanistan. Daar hoort volgens het internationaal volkenrecht ook zeker de bescherming van de fundamentele vrijheden, zoals godsdienstvrijheid, bij.

Terecht dat Voordewind wijst op de rare situatie dat Nederland een politiemissie naar Afghanistan stuurt terwijl bekeerlingen worden opgehangen. Dat kan niet. Hier moet luid tegen geprotesteerd worden. Rosenthal mag niet opnieuw achteraf moeten constateren dat hij krachtdadiger had moeten optreden.

Meer over
Commentaar

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer