Kerk & religie

Een veelstemmig koor over bekering

Bekering: een daad van God? Of product van sociale omstandigheden? Twee uitersten die op dit moment ter discussie staan tijdens een driedaagse internationale conferentie over bekering aan de Rijksuniversiteit Groningen.

K. van der Zwaag
22 May 2003 09:59Gewijzigd op 14 November 2020 00:19

Prof. Steven Bruce (Aberdeen) wil als godsdienstsocioloog geen inhoudelijke uitspraak over bekering doen. „Ik ben neutraal.” Prof. dr. F. van der Pol ziet de conferentie als een typisch voorbeeld van „postmoderne fragmentarisering”, maar is blij met de reformatorische inbreng die er óók is.

De titel van de conferentie, die woensdag begon en morgenmiddag wordt afgesloten, is een mondvol: ”Culturen van bekering: paradigma, poëzie en politiek”. Maar liefst vijftig sprekers uit binnen- en buitenland belichten het fenomeen van bekering in al zijn variëteit: de sociale en psychologische aspecten van bekering, de bekering in de spirituele autobiografie, bekering in het piëtisme, de Joodse en de islamitische visie op de bekering, bekering als dwang, de massabekering en vele onderwerpen meer. Is er nog een rode draad te vinden?

Nee, zegt prof. dr. W. J. van Bekkum eerlijk. Samen met zijn Groninger collega’s J. N. Bremmer en A. L. Molendijk maakt hij deel uit van de stuurgroep van de conferentie. „Bekering is meer dan een religieuze verandering, maar is ingebed in de geschiedenis, de cultuur, de kerken en de maatschappelijke instellingen. Zij is onderworpen aan allerlei mechanismen die we proberen bloot te leggen. Welke taal wordt er gebruikt in de bekering? En is de ommekeer een zaak van overtuiging of van dwang? We zien bekering vooral als een studieobject dat alles te maken heeft met veranderingen in de maatschappij. Tijdens het congres komen verschillende invalshoeken aan de orde, ook de religieuze. De invalshoeken zijn afhankelijk van degenen die de afzonderlijke sessies leiden. Tijdens de hoofdlezingen zullen vooral de overzichten een rol spelen.”

Vanuit orthodox-reformatorische hoek zijn onder anderen aanwezig prof. dr. F. van der Pol (Kampen) en prof. dr. F. A. van Lieburg (Amsterdam). Prof. Van Lieburg spreekt over bekeringsverhalen van gereformeerde piëtisten van de achttiende tot de twintigste eeuw. Prof. Van der Pol bespreekt een preek van Ysbrandius Balkius, getiteld ”Het cleyn mostertzaet” (1590), een preek die gehouden is in een periode van culturele crisis. De preek bevat verschillende elementen met betrekking tot het begrip bekering en laat duidelijk de impact daarvan op de cultuur zien.

Prof. Molendijk gaat in op de retorische aspecten van de bekering van Isaäc da Costa. Hij beziet diens bekering in het kader van de identiteitscrisis als Jood. Opvallend is volgens hem de „stapsgewijze” bekering bij Da Costa, die na de ontmoeting met Bilderdijk uitloopt op een doorbraak. „Het is niet zo dat de schellen ineens van zijn ogen vallen, zoals bij Paulus, maar er is groei, een studieuze ontwikkeling in zijn bekering, waarbij het lezen van de profetieën in het Oude Testament dankzij Bilderdijk een duidelijke factor is. De doop van Da Costa wordt als het ware zijn entreebiljet in het Nederlandse calvinisme. Hij vindt een nieuwe identiteit.”

Twee Duitsers zijn in gesprek met elkaar. Dr. B. Roling van de universiteit van Münster zegt wel geïnteresseerd te zijn in het conferentieonderwerp, maar puur wetenschappelijk. „Ik ben katholiek, maar ik heb geen persoonlijke ervaring van bekering.”

Zijn collega dr. S. Beyerle, van de universiteit van Oldenburg, is protestant. Hij zegt dat het conferentiethema in Duitsland moeilijk aan de orde te stellen is. „Het begrip bekering speelt bij ons vooral een rol in piëtistische, orthodoxe gemeenschappen. Bekering is dan nauw verbonden met inwendige zending. Het thema ligt als zodanig erg gevoelig in Duitsland, omdat het direct verbonden wordt met Jodenzending.”

Prof. Bruce houdt de openingsrede, nadat prof. Bremmer in zijn openingswoord gewezen heeft op de bekering van Paulus, Augustinus en Mohammed als klassieke voorbeelden van bekeringen en bekeringsverhalen. Bruce wordt geïntroduceerd als iemand die alles weet van bekering en godsdienstige conflicten. Hij is zo’n tien jaar hoogleraar godsdienstsociologie aan de universiteit van Belfast geweest en kent het rooms-protestantse conflict van nabij. Hij schreef over de afnemende rol van godsdienst in de westerse cultuur.

In zijn referaat schetst Bruce de godsdienstsociologische ontwikkelingen rond het begrip bekering in de afgelopen 25 jaar. De laatste tijd is er meer belangstelling gekomen voor de individuele bekering. Hij veegt de vloer aan met allerlei sociologische theorieën die het verschijnsel godsdienst wegverklaren.

Het geheim van de godsdienst blijft voor Bruce een mysterie voor de sociale wetenschappen. „Ik vel geen oordeel over de waarheid van een bekering”, zegt hij na afloop van zijn lezing desgevraagd. „Ik beschrijft de uitwendige kant van de godsdienst, zoals die alleen door de wetenschap te beschrijven is. Dan valt het op dat vooral vrouwen, mensen uit de middenklasse en voor een deel ook armen christen worden. Dat zijn geen toevallige factoren die je alleen aan een hogere macht toe kunt schrijven. Maar je mag het verschijnsel ook niet wegverklaren door het terug te brengen op sociale oorzaken.”

Is godsdienst een zaak van keus of van manipulatie? Deze vraag stelt Bruce in de samenvatting van zijn bijdrage. Hij is radicaal: „Godsdienst is een zaak van vrije keus.” Maar hoe zit het dan met het werk van de Heilige Geest? „Dat kan ik niet beoordelen. Als socioloog stel ik alle religies gelijk.”

Bruce was van huis uit lid van de Presbyteriaanse Kerk van Schotland, „met dezelfde calvinistische cultuur als de Nederlandse. Maar ik ben op dit moment neutraal.”

Prof. Van der Pol vindt het een goede zaak dat het orthodox-reformatorische aspect ook aan de orde komt. „Voor mij is bekering een bijbels concept dat primair de verticale verhouding met God uitdrukt. Daarnaast zijn er ook persoonlijke, kerkelijke en maatschappelijke dimensies aan de bekering. Bij de preek van Balkius blijkt dat bekeringen ook maatschappelijke gevolgen hebben. De gevolgen uiten zich bijvoorbeeld in verminderd bordeelbezoek; herbergiers klagen over dalende inkomsten. Het individuele mag je niet van het collectieve losmaken. In de bekering gaat het om een innerlijke omzetting van de mens, die wel leidt tot een nieuwe relatie tot de naaste en de maatschappij.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer