Lachen bij Engels om Bill Gates
Examen doen is een bloedserieuze zaak. Toch valt er soms flink te lachen. Zoals woensdag bij vwo-Engels. In een van de teksten wordt Bill Gates, topman van het wereldberoemde Microsoft, op de korrel genomen. „Bill is wise. Bill is kind. Bill, be my friend… Please!”
Het satirische citaat komt uit de roman ”Microserfs”. Ondanks de examenkoorts hebben Job Velthuizen, Ruben Koster en Roelof van Asperen, Guido de Brès-leerlingen in Rotterdam, genóten van de tekst. Meer dan van het verhaal over doping in de sport. „Daar stonden veel modewoorden in”, reageert Job. ”Cloud nine” bijvoorbeeld. Ruben weet als enige van de drie wat die term betekent: in de zevende hemel zijn. „Maar jij kijkt veel tv”, zegt Job tegen Ruben. „Dan ken je dat soort uitdrukkingen.”
Een steeds vaker voorkomend probleem bij Engels is de lengte van het examen, constateert docent M. J. van Dam. „Een kwartier voor het einde zaten nog tachtig van de negentig kandidaten binnen.”
Elf vwo’ers op de ’Guido’ deden woensdagochtend Latijn. Er stonden teksten van de schrijver Livius op het menu. Centraal thema: Ab urbe condita. In goed Nederlands: vanaf de stichting van de stad. Gedoeld wordt op de geschiedenis van Rome. Vijf teksten, 21 vragen. Daarna moesten de kandidaten een proefvertaling van twaalf regels puur Latijn maken. Anita Hak, Erica Droogendijk en Cees van Beek hadden hun woordenboek hard nodig. „Je zat soms op vijf plaatsen tegelijk te zoeken.” Hoe ze dat deden? „Gewoon potloden ertussen.”
Ook de vmbo’ers bogen zich woensdag over Engels. Elf teksten met 31 vragen. Daarna iets nieuws: het schrijven van een zakelijke brief, uiteraard in het Engels. Aanleiding: Je hebt kaartjes besteld voor een musical die je tijdens je vakantie in Londen wilt bijwonen. Ze worden per post toegestuurd, maar de envelop is opengescheurd en de kaartjes zijn verdwenen. Opdracht: schrijf een brief naar Royal Mail International om de diefstal te melden en schadevergoeding te vragen.
Lerares H. van Esch-Van Haaren vindt de opdracht zinvol, maar in combinatie met het eerste onderdeel van het examen te zwaar. „Ik zou het liever verdelen over twee zittingen.” Op zich was de opdracht volgens haar niet moeilijk. „Je kon veel overschrijven uit tekst 9, waarin het postbedrijf aangeeft wat je met de opengescheurde envelop kunt doen.”
Martijn van Waardenberg heeft Engels naar eigen zeggen bepaald niet best gemaakt. Na afloop ging hij antwoorden vergelijken. „Ik ben snel weggelopen; ik had er niet één hetzelfde.”
’s Ochtends deden de vmbo’ers geschiedenis. De examenonderwerpen waren Indonesië en de verzorgingsstaat in Nederland. „Veel lezen, veel je eigen mening geven en veel pennen”, aldus Martin Bloemendal en Marianne Lagerwerf. De kandidaten moesten een aantal sociale wetten uit hun hoofd kennen, maar daar werd weinig over gevraagd. Boffen? „Nou nee, een beetje irritant.”
Lerares T. van der Linden-Molendijk maakt er geen geheim van: „Ik vond Indonesië een veel leuker onderwerp dan de verzorgingsstaat.” Het examen was volgens haar niet moeilijk. „Een pak van m’n hart. Ik heb de nacht ervoor slecht geslapen.”
Van der Linden wijst op een identiteitsgevoelig onderwerp. „Bij de opgaven 38 en 39 werd gevraagd te verklaren waarom in Nederland aan het begin van de 20e eeuw geen discussie over euthanasie was en aan het einde wel. De leerlingen moesten een godsdienstige én een niet-godsdienstige reden geven. Een leuke opdracht voor onze leerlingen.”
Het tekenexamen voor de havisten was woensdag anders dan anders. Leraar A. van der Spek: „Voorheen bestond het uit een algemeen deel voor tekenen, handvaardigheid en textiele werkvormen en een vakspecifiek deel. Nu was het één examen voor alle kandidaten.” Er zat „veel emotie” in, aldus de docent. „In diverse vragen ging het over bewenen en lijden.”
De laatste vraag was een gevoelige: Leg uit waarom in de kunst van Europa zo veel voorbeelden van lijden te vinden zijn. Van der Spek: „Als iemand daar antwoordt: Omdat de cultuur in Europa sterk is gestempeld door het christendom met het lijden van Jezus als centraal punt, dan reken ik dat goed. Maar waarschijnlijk moet ik over zo’n antwoord wel in discussie met mijn tweede corrector.”
De havisten deden woensdag ook economie. Eerste indruk van lerares J. H. Kreijkes over economie 1: „De leerlingen met inzicht werden meer beloond dan de leerlingen die veel kennis hadden verworven.” Over economie 2: „Niet al te moeilijk.”
In de hoop dat de minister van Onderwijs haar opmerkingen leest, doet Kreijkes een suggestie: „Economie 1, het deelvak, is naar verhouding te zwaar. Dat moet als verplicht vak bij het profiel cultuur en maatschappij verdwijnen. Daarvoor in de plaats heb ik liever management en organisatie als verplicht vak bij het profiel economie en maatschappij.”
Niet alleen de vakdocenten, ook de surveillanten leven met de examenkandidaten mee. „Sommigen komen ’s morgens echt gestresst binnen”, zegt gymlerares H. van Balen, terwijl ze haar ogen over de vele gebogen ruggen in de Guido-aula laat gaan. „Ik heb altijd extra zakdoekjes en tabletjes met druivensuiker bij me. Ze lijken zo volwassen, maar het zijn nog gewoon kinderen.”