Ds. H. J. Lam: Crisis hóórt bij catechese
BARNEVELD – Zoals geloof ten diepste altijd geloof is door de aanvechting heen, is catechese ten diepste altijd catechese door de crisis heen. Ds. H. J. Lam poneerde deze stelling donderdag in Barneveld tijdens een catecheseavond van de Hervormd Gereformeerde Jeugdbond (HGJB).
Zolang de kerk haar jeugd onderricht geeft, zal crisis de catechese vergezellen, aldus ds. Lam, voorzitter van de Gereformeerde Bond. Dat gaat op voor zowel een volkskerksituatie, waarin iedereen naar catechisatie gaat, als in geseculariseerde omstandigheden, waar nog enkele kleine groepen zijn overgebleven. Beide situaties brengen hun eigen crisis mee.
De avond was belegd door het HGJB-centrum voor catechese. Naast een bijeenkomst voor predikanten en catecheten was er een parallelbijeenkomst met workshops voor zo’n 150 jongeren die zich voorbereiden op het doen van geloofsbelijdenis.
Doopbeloften
Ds. W. Markus, emeritus hervormd predikant te Bergschenhoek, benadrukte Gods doopbeloften in een tijd van „zelfmanagement.” „Op grond van Gods onvoorwaardelijke beloften mogen we weten dat onze Verlosser Zich eindverantwoordelijk gesteld heeft voor het management van ons leven. De catechese in onze tijd zal daarom, misschien wel meer dan ooit, doopcatechese zijn.”
Catechese moet de Bijbelse eenheid van leren en vieren, van begrijpen en beleven, van verstand en gevoel, weerspiegelen, aldus ds. Markus. „Het heil dat door onze Heere Jezus Christus verworven is, wil gekend en beleefd worden. Christelijk leren is altijd met hoofd en hart verbonden. Klassiek gezegd: leren wil bevindelijk kennen zijn. In onze op hoge prestaties gerichte tijd is daar een extra reden voor.”
Van tieners nu wordt veel meer gevraagd dan toen hun (groot)ouders jong waren. Jongeren moeten zichzelf profileren. In de catechesemethode zal plaats moeten zijn voor het missionair-apologetische leren, het wikken en wegen van argumenten voor het christelijk geloof en het aangaan van het gesprek met de niet-gelovige of andersgelovige. „Maar deze belangrijke oefening baart weinig kunst als de sfeer bij de catechese die van een rechtszaal is: afstandelijk en koel.”
Ds. P. Veerman, hervormd predikant in Lopikerkapel, stelde dat voor jongeren nodig is dat ze een voorbeeld krijgen van een werkelijk levend geloof in de Heere Jezus. „Het gaat in de eerste plaats, hoe belangrijk ook, niet om een gelikte methode, maar om ervaren en doorleefd onderwijs. Merken de catechisanten aan mij en aan de manier waarop ik catechese geef wat geloven in God betekent?”
Dat betekent volgens de predikant niet dat ervaringen de catechese moeten domineren. Het uitgangspunt van de catechisatie is het leren leven vanuit Gods beloften en het navolgen van de geboden. Het is nodig inhoudelijk in te gaan op de vragen die de tijd stelt, maar zo dat deze niet domineren over de lesstof die wordt overgedragen. Ds. Veerman: „De catechetische traditie heeft een ijzersterk curriculum, van geloof, gebod, gebed en sacramenten. Het onderwijs heeft op dit punt een lange geschiedenis.”
Jongeren vandaag hebben houvast nodig in „het moeras van informatie” en dat vraagt om goed geschoolde catecheten. Daarom pleit ds. Veerman ervoor dat de theologisch best geschoolde krachten in de gemeente het contact met de jongeren onderhouden. „Nodig is om in te zetten op scholing, ook van de predikant. Wees geen vreemde voor jongeren. Het is een gemiste kans als jongeren de dominee alleen maar kennen als een man op afstand.”
Ds. Lam viel de beide sprekers bij dat catecheten geïnspireerde en inspirerende mensen moeten zijn. „Catechiseren is geen emmer vullen, maar een vuur ontsteken. Ontstekers: dat hebben wij te zijn.” De catechese in de volkskerk heeft iets van een arena. „In deze arena doen velen openbare geloofsbelijdenis en laten hun huwelijk kerkelijk bevestigen. Te midden echter van deze grootschaligheid is het uiteindelijk slechts een bescheiden groepje dat met de Heere wil leven.”
Voor ds. Lam is catechese steeds meer geworden: schuilen in de ark. „Wanneer ik met mijn catechisanten in ons verenigingsgebouw zit, zie ik ons als het ware in het vooronder van de ark. Een klein koppeltje, net als bij Noach. Een veilige plaats omdat God ons in Zijn grote barmhartigheid behoudt en bewaart en Hij door Zijn geboden en beloften de ark waterdicht maakt.”