Politiek

„Iran zette Nederland op verkeerde been”

DEN HAAG (ANP) – De Nederlandse regering was van plan om tot op het hoogste niveau in de bres te springen voor Zahra Bahrami om haar te redden van de strop. Maar doordat Iran tot op het laatste moment onjuiste informatie gaf over de rechtszaak van de Nederlands-Iraanse vrouw, kon haar advocaat geen hoger beroep aantekenen of gratieverzoek meer indienen, dat Nederland had willen steunen.

3 February 2011 15:50Gewijzigd op 14 November 2020 13:33

Dat valt op te maken uit een brief die minister Uri Rosenthal van Buitenlandse Zaken donderdag aan de Tweede Kamer heeft geschreven. Uit een feitenrelaas vanaf voorjaar 2010, toen bekend werd dat een Nederlandse onderdaan was gearresteerd, doemt een beeld op waarin de Iraanse autoriteiten Nederland geen of verkeerde informatie gaven.

Bahrami werd zaterdag plotseling geëxecuteerd terwijl de Iraanse ambassadeur Abadi in Nederland de dag ervoor nog tegen een topambtenaar van het ministerie van Buitenlandse Zaken had gezegd dat er niets was veranderd en dat er nog tijd was. „Laten we over een dag of tien weer bij elkaar komen”, zo heeft hij volgens Rosenthal gezegd.

Uit het relaas komt ook naar voren dat er voortdurend en op verschillende niveau’s pogingen zijn geweest om informatie los te peuteren bij de Iraniërs. Ook heeft de Nederlandse ambassadeur in Teheran verschillende keren de kwestie aan de orde gesteld, onder meer in een gesprek met de Iraanse president Mahmoud Ahmedinejad. Die gaf geen antwoord. Verder heeft de Europese Unie in Iran verscheidene diplomatieke protesten aangetekend tegen het doodvonnis, dat begin januari bekend werd.

Groot obstakel was dat Iran geen dubbele nationaliteit erkent en zich dus ook niets aantrekt van haar Nederlandse paspoort. Voor Nederland was het van meet af aan lastig informatie te krijgen of consulaire bijstand te verlenen. Toch bleek het in de loop van de maanden mogelijk in gesprek te komen met de Iraniërs over de kwestie. Zo dacht Rosenthal ook nog ruimte te hebben om op het hoogste politieke niveau voor Bahrami te pleiten.

Iran had duidelijk gemaakt dat het proces nog niet helemaal was afgerond en dat er nog beroep mogelijk was. Bahrami werd onder meer beschuldigd van drugsbezit.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer