Rosenthal sprak niet met Iraanse collega
DEN HAAG (ANP) – Minister Uri Rosenthal van Buitenlandse Zaken heeft in de afgelopen tijd geen contact met zijn Iraanse collega gehad over het lot van de Nederlands-Iraanse Zahra Bahrami, die vorige week werd opgehangen in Iran. Rosenthal zegt hieraan niet te zijn toegekomen, omdat hij door de Iraanse autoriteiten is „misleid” over het tijdpad van de rechtsgang rond Bahrami.
Om dezelfde reden zijn er ook geen andere diplomatieke contacten op nog hoger niveau dan de Iraanse minister van Buitenlandse Zaken geweest. Dat heeft Rosenthal donderdag aan de Tweede Kamer geschreven in antwoord op vragen van D66-leider Alexander Pechtold. De bewindsman had vorige maand wel de Iraanse ambassadeur in Nederland ontboden om opheldering te krijgen over het lot van Bahrami.
De vrouw werd in Iran officieel ter dood veroordeeld voor drugshandel en -bezit. De Tweede Kamer debatteert donderdagmiddag met Rosenthal (Buitenlandse Zaken) over de executie van Bahrami. Daarbij gaat het vooral om de vraag of de bewindsman voldoende heeft gedaan om die te voorkomen. Rosenthal heeft in de afgelopen dagen herhaaldelijk benadrukt dat alle middelen zijn aangegrepen om Bahrami te helpen en dat daarbij geen kans onbenut is gelaten.
Oud-minister van Buitenlandse Zaken Ben Bot heeft op verzoek van vrienden van Bahrami op persoonlijke titel contact gezocht met de Iraanse ambassadeur. Rosenthal wist niets van die bemiddelingspoging. Bot heeft hem daarover ook niet geïnformeerd, aldus Rosenthal. „Hij heeft volledig op eigen initiatief gehandeld”, stelt de minister.