Openbaar
Indien de geheimen van ons hart naakt en geopend zijn voor de Heere, wandel dan als in het oog van God. Men moet zo leven alsof het voor iemands aangezicht is en zo denken alsof iemand in ons hart kan zien. Want wat baat het iets voor een mens te verbergen, terwijl God alle dingen weet en ziet? David zei in Psalm 16: „Ik stel de Heere gedurig voor mij.”Sommige mensen houden hun geldzaken voor zich. Anderen hebben vrees voor mensen. Maar een wijs christen zal God, het oordeel en de eeuwigheid steeds voor zich stellen. Indien Gods oog een korte tijd van ons zou zijn afgekeerd, wij zouden meer vrijheid kunnen nemen. Maar nu alle dingen naakt zijn in Zijn ogen, kunnen wij niet in het aanzien van onze Rechter zondigen. Houd dit alziend oog van God altijd in uw gedachten. Het zal een breidel zijn om ons van zonden in te tomen, altijd denkende: Zal ik dit doen onder het oog van God?
O, laat Gods alwetendheid u afschrikken van uw zonden te verbergen. Beken uw zonden, beken ze toch. Belijdenis van zonden doet aan de ziel wat een geneesmeester doet aan het lichaam. Wees dan ijverig voor de zaak van God. Zonder u dikwijls af en stort uw tranen in uw binnenkamer, de wereld hoeft er geen kennis van te nemen. Maar gedenk dat Gods oog op u is en uw gebeden worden opgetekend en uw tranen worden vergaderd in Zijn fles. En Die het in het verborgene ziet, zal het in het openbaar vergelden.
Thomas Watson, predikant te Londen (Al de werken, 1670)