„Gesprek met jood begint bij Psalmen”
ROTTERDAM – Ieder mens is een kind van God, vindt rabbijn A. Ringer. De hersteld hervormde predikant dr. P. de Vries kiest een ander vertrekpunt: „Niemand komt tot de Vader dan door Jezus Christus.”
De twee sprekers gingen voor Rotterdamse CSFR-studenten gisteren met elkaar in debat. CSFR Ichthus te Rotterdam overdacht met het tweegesprek haar halfjaarthema over Jezus Christus. Dr. De Vries is predikant in Waarder en docent aan het Hersteld Hervormd Seminarie in Amsterdam. Hij promoveerde op de heerlijkheid van JHWH in het Oude Testament. Rabbijn Ringer is krijgsmachtrabbijn en als rabbijn verbonden aan de Liberale Joodse Gemeente te Rotterdam.
Het terugkerende thema in de Tenach, het Oude Testament, is volgens rabbijn Ringer diaspora en terugkeer. Hij noemt de verdrijving uit de Tuin van Eden, Jakobs reis naar Syrië en als „apotheose de ballingschap. De joodse wereld wordt gezien vanuit de Bijbel. Dat wil zeggen dat we nu dus in een periode van verstrooiing leven.”
Jezus in het Nieuwe Testament is volgens rabbijn Ringer een „joodse Man die een discussie voert in een joodse omgeving. Wanneer ik in een christelijke omgeving hoor spreken over de Messias, dan heeft Hij een metafysische betekenis. Jullie spreken over zondenvergeving. Het jodendom gebruikt dezelfde woorden, maar geeft er een andere betekenis aan.”
De joodse opvatting over de Messias is dat Hij een mens zal zijn, gezonden door God, die leiding zal geven aan het proces van de laatste terugkeer in de eindtijd, aldus de rabbijn. „Spreken over de Messias als de heroprichter van het koninklijk huis van David is een variant op het spreken over terugkeer.”
Dr. De Vries sluit zich aan bij rabbijn Ringer door het Oude Testament messianistisch op te vatten. Maar daarna gaan de wegen uiteen. Hij legt aan de hand van Daniël 7 uit dat Jezus de Messias was. „De woorden ”Zoon des mensen” zijn een hoogheidsaanduiding. Hij vertegenwoordigt het verdrukte volk van God. Ze zijn geen symbool, maar gaan over een concreet individu.”
Jezus typeert zich in het Nieuwe Testament als Zoon des Mensen, vervolgt dr. De Vries. „Jezus weet Zich meer dan een profeet, zelfs meer dan Mozes. Hij spreekt God aan als Zijn eigen Vader. Hij maakt op indirecte wijze duidelijk dat Hij Davids Heere is. De Knecht des Heeren, die plaatsvervangend zal lijden en sterven, openbaart zich in Jezus Christus.”
De christelijke kerk heeft Jezus van meet af aan als Zoon van God beleden, stelt dr. De Vries. „Wie Jezus als Heere beleed, werd zalig. Jezus Christus maakt deel uit van de identiteit van God.”
Iemand vraagt aan dr. De Vries of het Nieuwe Testament niet over het Oude is gelegd.
Dat ontkent de predikant. „Het hele Nieuwe Testament is ten diepste een joods boek. Volgelingen van Jezus Christus behoorden in de Vroege Kerk niet minder tot het jodendom dan de rabbijnen.”
Hij legt uit: „Er zijn twee soorten jodendom, de klassieke en de christelijke kerk. Bij de laatste wordt de positie diffuus door een toestroom aan heidenen. Maar puur fenomenologisch, los van de waarheidsvraag, kun je niet spreken van een moeder-dochterrelatie tussen beide groepen, maar als van twee broers. Beide hebben een ontwikkeling doorgemaakt.”
Rabbijn Ringer stelt dat het jodendom mensen niet per se als zondig ziet. „De mens wordt neutraal geboren. Wel geloven het orthodox en het liberaal jodendom dat je er op eigen kracht niet komt. Dat het jodendom bestaat uit het doen van goede werken is een christelijke mythe. Wie geloof en werken uit elkaar trekt, maakt een persiflage.”
De jood heeft een andere visie op wet, schuld en verlossing, aldus dr. De Vries. Als essentieel verschilpunt noemt hij de erfzonde, die het jodendom niet kent. Dr. De Vries legt uit dat het schuldbesef bij christenen veel groter is dan bij rabbinale joden. „Ik zou daarom in een gesprek met een jood beginnen bij de Psalmen. Dan wordt duidelijk waar een christen zijn schuldbesef vandaan haalt. En dan kan gesproken worden over een allesomvattende vergeving door het bloed van Christus.”