„Indien de rechtvaardige nauwelijks zalig wordt, waar zal de goddeloze en zondaar verschijnen?”

Maak u de weg ter zaligheid gemakkelijk. Dat kan door ware vreze Gods, die inwendig in het hart woont en zich openbaart in een zuivere hoogachting van God. De reine vrees van God is een kenteken van hen die op de weg des levens ter zaligheid wandelen. Zij is een leven in God en een innige omgang met God. Zij is een voorbereiding tot het eeuwige leven, zodat wij reeds vooraf zien en smaken wat wij bij God voor eeuwig te genieten zullen hebben.

Iemand kan geen zuiverder, kostelijker en liefderijker leven wensen dan dat waartoe ons God, door Zijn Zoon, geroepen heeft. Wat is er hoger dan het Voorwerp van de vreze Gods? God het allervolmaakste en hoogste goed, Die zulke volmaaktheden bezit om Hem te beminnen? Het is de Middelaar, Die ons verlost, verzoent en rechtvaardigt. Een Opperwezen dat te beminnen is en te eren valt met een kinderlijke vreze. Daarom moet de mens zorgvuldig ervoor waken iets te denken, te spreken, of te doen waardoor wij Hem zouden kunnen beledigen, of de Geest van God in ons met opzet tegenstaan. Laten we zo leven dat we ons op gegronde redenen, vanwege de verworven en beloofde eeuwige goederen, kunnen en mogen verheugen.

Coenraad Mel, predikant te Hersfeld (”De nauwelijks behouden rechtvaardigen”, 1745)