Ouders ontvoerde Zuid-Afrikaanse jongen melden zich
Een echtpaar uit Danville bij de Zuid-Afrikaanse stad Pretoria heeft zich bij de politie gemeld met de mededeling dat zij de ouders zijn van de jongen die maandag na een ontvoering van twaalf jaar is opgedoken.
De jongen had verteld dat hij in 1992 was ontvoerd en dat hij als ’blanke slaaf’ in een zwarte sloppenwijk had gewerkt.
Een bloedonderzoek moet uitwijzen of de jongen inderdaad Jannie is, de zoon van het echtpaar Botha die op zijn zevende werd ontvoerd door de dienstbode van het gezin. Dit heeft een woordvoerder van de politie van Pretoria woensdag gezegd.
Volgens de politie hebben heel veel mensen zich na het bekendworden van het verhaal van de jongen bij de politie gemeld, maar lijkt het erop dat de 45-jarige Sarie Botha de moeder van de jongen is. Het kan nog wel een aantal weken duren voor de uitslag van het bloedonderzoek bekend is.
De jongen, die alleen de Afrikaanse taal Ndebele spreekt, weet zich maar erg weinig te herinneren van zijn bestaan voor zijn ontvoering. Hij kent ook zijn oorspronkelijke naam niet meer, alleen zijn ’zwarte’ naam: Happy Sidane.
Hij wist alleen te vertellen dat hij op 4 mei 1985 was geboren en dat hij als kind een hondje als huisdier had. Hij herinnerde zich de trouwfoto’s van zijn ouders. Verder wist hij dat hij ongeveer een jaar in de plaats Verena had gewoond in het noorden van het land en dat hij op het moment van zijn ontvoering met zijn ouders in Johannesburg woonde.
De dienstbode van zijn ouders, die hem had ontvoerd, droeg hem over aan een zwart echtpaar uit een ’township’. Aanvankelijk bezocht hij daar een basisschool, waar hij werd gepest omdat hij blank was. Een lerares en buren hadden hem een aantal keren aangeboden hem te helpen, maar daar was niets van terechtgekomen omdat iedereen te bang was voor de vader van de vrouw waar hij verbleef.
Toen de vrouw overleed, begon haar vader de jongen als een slaaf te behandelen. Hij moest van school en hij kreeg opdracht vee te hoeden en allerlei minderwaardige klusjes te doen. Als hij iets fout deed, kreeg hij klappen. Zijn ’grootvader’ dreigde hem te vergiftigen. Daarom besloot hij na geruime tijd te vluchten.