Tribunaal akkoord met intrekking deel aanklacht Obrenovic
Dragan Obrenovic, die wegens de massamoorden in Srebrenica voor het Joegoslavië-Tribunaal in Den Haag terechtstaat, heeft toegegeven schuldig te zijn aan etnische vervolgingen.
In ruil daarvoor hebben de aanklagers de andere aanklachten laten vallen. De rechters van het tribunaal zijn hier woensdag mee akkoord gegaan.
De aanklagers zullen de rechtbank voorstellen de Bosnische Serviër een gevangenisstraf tussen vijftien en twintig jaar met aftrek van voorarrest op te leggen. De rechters zijn echter bij het bepalen van de strafmaat onafhankelijk en kunnen de aanbeveling van de aanklagers ondanks het akkoord naast zich neerleggen.
De veertigjarige Obrenovic werd wegens de massamoorden rond Srebrenica in juli 1995 samen met drie andere betrokken officieren aangeklaagd. Een van hen, Momir Nikolic, bekende eerder als schuldig te zijn aan etnische vervolgingen en wacht op zijn straf. De andere twee in deze zaak zijn Vidoje Blagojevic en Dragan Jokic.
De vier waren ondergeschikten van de Bosnische Servische generaal Krstic die in 2001 tot 46 jaar cel werd veroordeeld wegens volkerenmoord rond Srebrenica. Duizenden mannen uit de molimenclave Srebrenica werden kort na de verovering van de enclave door Bosnische Serviërs vermoord.