Uit de documenten blijkt dat Bill Rammell, onderminister van Buitenlandse Zaken, juridisch advies stuurde naar de Libiërs. Megrahi kwam in 2009 op humanitaire gronden vrij. Hij leed aan kanker en zou spoedig overlijden. Hij is echter nog steeds in leven. De Britse regering heeft altijd gezegd dat zij geen rol speelde in de vrijlating van Megrahi.

De Libiër zat een levenslange gevangenisstraf uit in een Schotse gevangenis voor de bomaanslag op een Amerikaans verkeersvliegtuig in december 1988. Het toestel, een Boeing 747 van PanAm, explodeerde boven het Schotse plaatsje Lockerbie. Daarbij verloren 270 mensen het leven.

De Schotse minister van Justitie Kenny MacAskill, verantwoordelijk voor het uiterst omstreden vrijlatingsbesluit, staat nog altijd achter zijn beslissing. „Het was de juiste beslissing om de juiste redenen”, zei hij vorig jaar in een interview met de Britse omroep BBC.

In Groot-Brittannië, maar vooral in de Verenigde Staten, denken veel burgers en politici daar anders over. Zo bestaat het vermoeden dat de regeringen van Schotland en Groot-Brittannië zich hebben laten leiden door commerciële overwegingen. Oliemaatschappij BP heeft erkend dat het Britse politici onder druk heeft gezet om Megrahi vrij te laten.

Het proces tegen Megrahi en een andere Libiër begon na lang diplomatiek touwtrekken in mei 2000 in een complex in de omgeving van Zeist, dat tijdelijk tot Schots grondgebied was verklaard. De medebeklaagde werd vrijgesproken. Het onderzoek naar de bomaanslag wees aanvankelijk niet in de richting van Libië. De bewijsvoering en het vonnis zijn nog altijd omstreden.