Rouvoet: In politiek geldt Psalmnorm
VEENENDAAL – Voor fractieleider Rouvoet van de ChristenUnie geldt in de politiek de Psalmnorm: recht en gerechtigheid doen. De politicus sprak zaterdag in Veenendaal tijdens de diakenendag van de Christelijke Gereformeerde Kerken, waarvoor zich 190 diakenen hadden aangemeld.
Rouvoet, die sprak over toerusting, noemde vier plaatsen in de Bijbel die hem in zijn leven bemoedigd hebben. De geschiedenis van Jozef in Egypte hield hem als jongere sterk bezig. „Gods leiding was duidelijk. God houdt de zaken in Zijn hand.” Het verhaal van Daniël speelt een blijvende rol. „Daniël wist zich als gelovige staande te houden in een heidense omgeving, terwijl hij een topfunctie aan het hof bekleedde. Hij was gebonden aan de wetten van de Meden en de Perzen, maar hij stelde grenzen. Hij had een compromis kunnen sluiten door te bidden met de luiken dicht, maar dat deed hij niet. Het ging om een geestelijke zaak, om de relatie met de Heere.”
Verder noemde hij Micha 6:8, waar staat dat de Heere eist recht te doen en weldadigheid lief te hebben en ootmoedig te wandelen met God. Iets vergelijkbaars ziet hij in Psalm 72. „Vroeger hadden we het over de zogenaamde Zalmnorm. Hier gaat het over de Psalmnorm, over het betrachten van recht en gerechtigheid.”
De politicus zei dat de zondag voor hem een belangrijke dag voor inspiratie is. Dan luistert hij naar het Woord van God en is hij bij zijn gezin. Ook toen hij vicepremier was, werkte hij niet op zondag. „Het is heerlijk dat we de zondag gekregen hebben. Ik ben er in geslaagd de loodgieterstassen met stukken dicht te laten op die dag. Dat verbaasde veel mensen, maar het leidde tot betere resultaten in de rest van de week. Er kwam wel eens een journalist naar de kerk om te weten wat ik daar deed en een fotograaf van een roddelblad nam eens stiekem een foto toen ik met mijn gezin naar de kerk ging.”
Het feit dat mensen voor hem bidden doet hem goed. Hij zei dat vrienden hem soms opbellen met de mededeling dat zij in een bepaalde situatie voor hem gebeden hebben. Het gebeurt wel eens dat een wildvreemde hem op straat aanschiet om te vertellen dat hij of zij voor Rouvoet bidt. Ook krijgt hij sms’jes en Twitterberichten. Hij volgt zelf een twitter met bemoedigende teksten van C. S. Lewis.
Inspiratie ontleent Rouvoet ook aan zijn werk, „de mooiste hondenbaan die er is.” Hij werkt, naar eigen zeggen, tegelijk voor het Koninkrijk der Nederlanden en het Koninkrijk der hemelen. „Vanuit mijn geloof wil ik een goed politicus zijn.” Hij houdt van het debat en genoot de afgelopen dagen van de discussie over de politiemissie naar Afghanistan. „Het ging ergens over.” Ook de mensen met wie hij werkt, of dat nu de ambtenaren waren tijdens zijn ministerschap of de leden van zijn fractie, inspireren hem.
Na Rouvoets lezing volgde een keuzeprogramma met workshops over voor diakenen belangrijke zaken, zoals de toerusting van de diaken, het vergroten van het diaconaal bewustzijn, het jeugddiaconaat en het leren van elkaar.
Jan van Eeken, missionair diaconaal werker, vertelde over het diaconale werk van de CGK in Thailand.
Ds. P. den Hertog leidde een workshop over de missionaire diaconale gemeente waarin hij werkt, Menorah in Zaanstad. De predikant deelde mee dat er zowel in zijn kerkelijke gemeente als in de buurt veel activiteiten georganiseerd zijn. Mensen willen best vrijwilligerswerk doen voor de kerk, als het maar beperkt is in tijd en taak, constateert ds. Den Hertog. Vrijwilligers moeten werk doen dat ze leuk vinden en mensen thuis moeten kunnen meedoen, door bijvoorbeeld cake te bakken.
In de groeigroep in Zaandam zien de mensen om naar elkaar, zei ds. Den Hertog. Hij noemde als voorbeelden het helpen met een internetaansluiting, iemand naar het ziekenhuis rijden, samen de buren helpen of met een groep gaan eten.
De kerk gaat naar buiten. In de Hofwijk, een achterstandswijk in de buurt, begon de kerk met het organiseren van sport- en evangelisatieactiviteiten. Daardoor kwam ds. Den Hertog in het buurtcomité terecht en breidden de activiteiten zich uit met spelletjesavonden, kindermiddagen, het uitdelen van kerstpakketten, het verzorgen van taallessen, eten met de buurt en andere dingen.
„Hoe krijg je mensen naar deze activiteiten?” was een vraag. Ds. Den Hertog: „De mensen komen niet zomaar. Ze moeten het proeven om te weten wat het is. Volharding is zeker nodig.”
„Hoe weet je waar nood is?” was een volgende vraag. „Vrouwen hebben daarvoor doorgaans meer oog dan mannen”, zei de predikant, die adviseerde om oren en ogen goed open te houden en te blijven kijken met de ogen van Jezus, die gericht waren op mensen in nood.