De plaats van religie in de samenleving is momenteel een zaak van wereldwijd debat, stellen de auteurs van de bundel ”Freedom of religion”. In Europa leerde men gaandeweg oplossingen te bedenken om kerken vreedzaam te doen samenleven, maar de Europese oplossing voldoet nauwelijks meer nu er sprake is van verschillende religies. De bundel verkent historische ontwikkelingen in verschillende contexten. B. P. Vermeulen betoogt dat er nog steeds voldoende gronden zijn voor een apart recht van vrijheid van godsdienst, omdat dit het eerste mensenrecht is en objectiever en inhoudelijker dan het recht op gewetensvrijheid. Rik Torfs stelt dat mensen hun publieke leven moeten kunnen inrichten volgens hun religieuze overtuigingen. De algemene ontwikkeling in Europa is volgens hem op dit punt positief en daarin vervult het Europees Hof voor de Rechten van de Mens in Straatsburg een belangrijke rol. Europese regeringen geloven in de sociale betekenis van de religie en zijn bereid tot steun. J. M. Voster bespreekt verschillende manieren waarop de staat zich ten opzichte van religie kan verhouden en gaat in op de theocratie (het met geweld opleggen van religieuze overtuigingen, zich uitend in herlevende interesse in de sharia). A. van de Beek benadrukt de onverenigbaarheid van religie en ideologie. Hij is er beducht voor dat politieke en godsdienstige leiders religie gebruiken voor ideologische doeleinden.