Ductoscopie nieuwe behandeling van tepelvloed
Bij vrouwen met tepelvloed groeit er vaak een goedaardige tumor in een melkgang. Utrechtse chirurgen verwijderen zo’n papilloom sinds kort onder plaatselijke verdoving, zonder de risico’s die een operatie onder narcose met zich meebrengt.
Vochtverlies uit de tepel is onschuldig zolang het doorzichtig of melkachtig van kleur is. Bruine of bloederige afscheiding is echter reden voor nader onderzoek. „Vaak groeit er dan een poliep in de melkgang. Dat geeft irritatie en soms wat bloedverlies”, zegt dr. Arjen Witkamp, chirurg in het Universitair Medisch Centrum Utrecht (UMCU).
Aangezien donkere afscheiding kan wijzen op borstkanker, zal een arts eerst een mammografie en een echo laten maken. In verreweg de meeste gevallen is er sprake van een goedaardige tumor, een papilloom. Deze is vaak slechts een paar millimeter groot en niet zichtbaar met een echo. Bij ongeveer 10 procent van de vrouwen wordt een kwaadaardige tumor aangetroffen, waarna behandeling volgt voor borstkanker.
De standaardbehandeling bij tepelvloed is een operatie. De chirurg maakt een snee rond de tepelhof en klapt vervolgens de tepel opzij. Aangezien het papilloom meestal vlak achter de tepel zit, verwijdert hij het borstklierweefsel direct daarachter. De exacte plaats van de tumor is zelden zichtbaar, zodat de chirurg ‘blind’ weefsel wegsnijdt in de hoop daarmee de oorzaak van de tepelvloed te hebben verwijderd. „Meestal is dat ook zo”, is de ervaring van Witkamp.
De chirurg behandelt sinds kort patiënten met tepelvloed via ductoscopie onder plaatselijke verdoving. Hij gaat dan met een heel kleine kijkbuis de melkgangen in, op zoek naar het papilloom. „Vaak is de gang waarin deze zich bevindt, verwijd. Die bekijk ik als eerste en meestal heb ik hem dan zo gevonden. De patiënt kan dan na twintig tot dertig minuten weer naar huis.”
Is geen van de acht tot twaalf melkgangen verwijd, dan moet Witkamp elke gang af op zoek naar de oorzaak. In dat geval kan de scopie een tot anderhalf uur duren. „Toch vinden vrouwen het geen vervelend onderzoek. Door de verdoving hebben ze geen pijn. Ze liggen in een makkelijke stoel en kunnen meekijken als ze dat willen. Dan lijkt de tijd korter.”
Bij 50 tot 60 procent van de vrouwen vindt Witkamp de oorzaak. „In negen van de tien gevallen kan ik het papilloom direct verwijderen.” Daarvoor brengt hij met de ductoscoop een basket naar binnen, een heel klein ringetje met een soort netje. Daarmee probeert hij het papilloom eruit te vissen. Lukt dat, dan is de vrouw van haar klachten af. Lukt het niet, dan moet de vrouw alsnog worden geopereerd.
„Met deze techniek kunnen we de helft van de patiënten een operatie besparen”, stelt Witkamp. „Het is bovendien een prettiger behandeling. Na de poliklinische ingreep kan iemand gewoon zelf autorijden. We hebben geen heel operatieteam nodig. Doordat er niet wordt gesneden, is er bovendien geen risico op complicaties als een bloeding, een wondinfectie of het ongevoelig worden van de tepel.”
Soms is het papilloom echter te groot om met het superfijne instrumentarium te verwijderen. „Ik zie dan de blokkade, maar kom er bijvoorbeeld niet omheen met het netje.” In zo’n geval moet de vrouw alsnog een operatie ondergaan. „De ductoscopie heeft dan toch een voordeel: ik weet nu immers waar het probleem zit. Meestal is dat vrij dicht achter de tepel, maar soms ook dieper.”
Wanneer de tepel is ingetrokken, lukt het onderzoek niet, ervoer Witkamp bij twee patiënten. De chirurg heeft inmiddels een kleine twintig patiënten met de nieuwe techniek behandeld. Internationaal is de methode al langer in gebruik, in onder meer de Verenigde Staten, Groot Brittannië, Duitsland en Griekenland. In Nederland is de techniek nog nieuw. „Voor zover ik weet, is het UMCU het enige ziekenhuis dat deze behandeling toepast.”
Hoeveel vrouwen jaarlijks een operatie ondergaan vanwege tepelvloed is niet duidelijk, omdat artsen dit niet registreren. Witkamp: „Uit internationale studies weten we dat 3 tot 6 procent van de vrouwen op een mammapoli komt voor tepelvloed. Wanneer je dat omrekent naar de Nederlandse situatie, betekent dat 2000 tot 2500 patiënten. Kun je de helft van hen een operatie besparen, dan is dat een aanzienlijk aantal.”
De komende tijd wil Witkamp onderzoeken of een ductoscopie goedkoper is dan een traditionele operatie. „Als de helft van de patiënten alsnog een operatie moet ondergaan, kun je het zien als een extra onderzoek. De vraag is dan: weegt dat op tegen de kosten van alle ‘onnodige’ operaties die je met dit onderzoek kunt voorkomen. Dát een ductoscopie werkt, is voor mij al wel duidelijk.”