Opinie

Bloedend uit duizend wonden

Beste James Kennedy,

Jan van Klinken
28 January 2011 13:13Gewijzigd op 14 November 2020 13:29

We kennen elkaar niet maar ik moet u toch iets bekennen: eind vorige week dacht ik echt even dat u de weg kwijt was.

„Het streven naar volledige institutionele eenheid van kerken is niet meer van deze tijd”, zo had u volgens deze krant gezegd. En verder: „Er zijn nog altijd mensen die de kerk het gebrek aan eenheid verwijten, maar dat zijn meestal mensen die vroeger persoonlijk hebben geleden onder de verdeeldheid of die een stok zoeken om de kerk mee te kunnen slaan. Christenen zelf lijken er nauwelijks onder te lijden.” Volgens u kiezen ze voor nieuwe vormen van geestelijke eenheid, wat alleen maar winst zou betekenen.

In mijn beleving bent u een hoogleraar die doorgaans bestaande inzichten op een bijzondere wijze weet te verrijken maar toen ik dat las, dacht ik echt: Waar heeft hij het over? Zou hij de laatste tien jaar de verkeerde kant hebben opgekeken? Totaal verbouwereerd was ik, totdat ik besefte dat u werkzaam bent in Amsterdam en ook voor het overige grootstedelijk zult zijn georiënteerd.

Dat verklaart dan waarom u en ik de kerkelijke werkelijkheid zo totaal anders beleven. Zelf ben ik een plattelandsbewoner en voor mijn werk heb ik mij veel begeven in de zogeheten biblebelt. Zo zal het wel komen dat ik christenen die de kerkelijke verdeeldheid normaal vinden, heel weinig heb aangetroffen.

Dat is ook niet zo gek. Om dicht bij huis te blijven: ik heb twee ooms gehad die beiden ouderling waren, de een van een orthodox-protestantse kerk en de ander idem dito, met dit verschil dat een van de twee kerkgenootschappen zich bediende van het achtervoegsel ”in Nederland”. Voor beide ooms had ik hoge achting. Maar hoezeer de namen van hun kerkgenootschappen op elkaar leken: als mijn ooms elkaar op verjaardagen ontmoetten, spraken ze overal over behalve over het geestelijke leven en over hun dienst aan de Koning. Dat lag te gevoelig vanwege de kerkelijke scheuring die hen uiteen had gedreven.

Ja maar, zegt u misschien, dat was toen. We zijn nu mensen van 2011. Goed, dan een voorbeeld van recenter datum. Ik woon in een gebied waar de vorming van de Protestantse Kerk in Nederland (PKN) met veel twist en tweedracht gepaard is gegaan. In diverse plaatsen hier in de wijde omgeving zijn ”herstelde” gemeenten ontstaan.

Heeft u enig idee hoe diep deze splitsingen in het leven van gewone mensen hebben ingegrepen? Mensen wier voorgeslacht eeuwenlang naar de plaatselijke dorpskerk gingen, kwamen plotseling bijeen in schoollokalen, bedrijfspanden en verenigingsgebouwen. Sommigen trokken jaren als broeders met elkaar op in kerkenraden en mijden elkaar nu als de builenpest. Anderen kwamen hun hele leven bij elkaar over de vloer en keuren elkaar nu geen blik meer waardig. Geestelijke vrienden veranderden in vijanden. De kerk bloedt werkelijk uit duizend wonden.

En dat gaat maar door. Enkele dagen voordat u uw loflied zong op de nieuwe vormen van geestelijke eenheid (hier in de Vijfheerenlanden en de Alblasserwaard kan ik die overigens nog met geen loep ontwaren), las ik in het Nederlands Dagblad dat er zich binnen afgescheiden kringen van de vrijgemaakten een nieuwe scheuring heeft voltrokken. Behalve de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt kennen we tegenwoordig ook de Gereformeerde Kerken (hersteld) en de „nieuwe vrijgemaakten.” Maar ook daar hebben ze nu weer ruzie. Beste James, bent u er nog?

Misschien tilt u niet zo zwaar aan zulke berichten, maar ik kan u verzekeren dat tal van christenen daar heel erg onder lijden vanwege de afbreuk aan de zaak waarvoor ze staan. Wat een gekrakeel, wat een verdeeldheid en dat onder mensen die allemaal hetzelfde Koninkrijk willen binnengaan. Hoe zal dat straks moeten?

En wat dacht u van de middelpuntvliedende kracht? Stel dat er in de biblebelt mensen zijn die gedurende het afgelopen decennium een innerlijke behoefte gevoelden om zich weer bij een kerk te voegen? Alle aandrang moet hun toch in de schoenen zijn gezonken?

Ik heb het dan nog maar niet over het verderfelijke kerkisme. Ik kan me nog herinneren dat reformatorische leidslieden prinses Máxima bij haar huwelijk opriepen de moederkerk te verlaten en zich aan te sluiten bij een protestantse kerk. „Welke dan?” was mijn eerste gedachte. Want dat hadden de mensen van die oproep, hoe goed bedoeld ook, er wel bij moeten zeggen. Consequent zou zijn geweest als ze eraan toegevoegd hadden: Alleen bij de mijne. Hoe anders kun je rechtvaardigen dat je gescheiden optrekt?

Verder had u het over nieuwe vormen van geestelijk leven, waarbij u als voorbeeld de opkomende huisgemeenten noemde. Ik kan u zeggen: zo nieuw zijn die niet. Er zijn er in genoemde biblebelt tientallen geweest. Wat ervan is overgebleven? Niets. Reden: gebrek aan structuur, verschil van theologisch inzicht, sektarisme. Mijn bescheiden advies: bewaar het als laatste optie. Meestal was het een heilloze weg.

Ik weet het, het is bepaald geen vrolijke brief geworden. Maar helaas, uw optimisme stemt me alleen maar heel erg droevig.

Hartelijke groet,

Jan

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer