Vragen
1 Petrus 4:18
„Indien de rechtvaardige nauwelijks zalig wordt, waar zal de goddeloze en zondaar verschijnen?” Indien zij nauwelijks behouden worden die Hem dag en nacht dienen met een oprecht hart en met een ongeveinsd geloof voor Hem wandelen, waar zullen dan blijven die Hem niet dienen? Of zij die Hem alleen dienen met de mond en de uitwendige godsdienst als een gedaan werk beschouwen?
Indien zij nauwelijks behouden worden die Zijn Naam heiligen en die niet anders dan met vrees en eerbiedigheid noemen, waar zullen zij dan blijven die met vloeken en zweren en ontheiligen van deze dierbare Naam betuigen dat zij Hem niet vrezen Die niet ongestraft zal laten die Zijn Naam misbruikt.
Indien zij nauwelijks behouden worden die hun ouders en degenen die over hen gesteld zijn hoogachten, beminnen en zich ontzien van Hem te beledigen aan Wie zij zo veel goeds naar ziel en lichaam te danken hebben, waar zullen zij dan blijven die hun ouders en hun overheden ongehoorzaam zijn en hen door wederspannigheid zo veel kwaad doen?
Coenraad Mel, predikant te Hersfeld
(”De nauwelijks behouden rechtvaardigen”, 1745)