Nederlandse zigeuner spreekt Bondsdag toe
BERLIJN (ANP) – Bij de Duitse herdenking van de Holocaust donderdag speelt een Nederlander een centrale rol. De Zutphenaar Zoni Weisz mag, als eerste vertegenwoordiger van de Sinti- en Roma-zigeuners ooit, het Duitse parlement toespreken. Vorig jaar was die eer toebedeeld aan de Israëlische president Shimon Peres. Dat meldde de Duitse Bondsdag woensdag.
Weisz (73) woonde tijdens de Tweede Wereldoorlog in Zutphen. Hij ontkwam daar aan een grote razzia in 1944, maar werd enkele dagen later alsnog opgepakt. Hij wist te ontsnappen en zat tot het einde van de oorlog ondergedoken. Zo overleefde hij de Holocaust. Zijn volledige familie werd uitgemoord in het vernietigingskamp Auschwitz.
In veel landen wordt donderdag de Holocaust herdacht. De grootschalige vernietiging van minderheidsgroepen door nazi-Duitsland kostte het leven aan miljoenen mensen, onder wie ongeveer zes miljoen Joden en vele honderdduizenden zigeuners.
Vijf vragen aan Zoni Weisz
Wat gaat u zeggen?
„Ik zal aandacht vragen voor de vervolging van Sinti- en Roma-zigeuners door de nazi’s. Het is een vaak vergeten deel van de Holocaust. Daarnaast wijs ik op de hedendaagse behandeling van zigeuners in met name Oost-Europa. Daar is nog steeds sprake van mensonterende leefomstandigheden voor deze groep mensen. Zij worden er uitgesloten, zijn kansloos in de samenleving en hebben een aanzienlijk kortere levensverwachting.”
Een hele eer om in het Duitse parlement te spreken?
„Uiteraard, het is niet niks om daar straks voor Angela Merkel en heel politiek Duitsland te staan. Ik ben de eerste niet-Jood die het woord mag voeren tijdens deze herdenking. Mijn voorgangers zijn niet de minsten; vorig jaar stond de Israëlische president Shimon Peres op die plek.”
Hoe zijn ze bij u terechtgekomen?
„Ik heb in verleden al eens bij de Verenigde Naties in New York gesproken en ben in 1999 al eens op bezoek geweest bij de opening van de Bondsdag. Het is er dus wel bekend terrein. Verder ben ik nu eenmaal heel actief voor de zigeunergemeenschap, maar ook voor het Auschwitzcomité en voor Warchild.”
Wat zijn uw gevoelens anno 2011 bij Duitsland?
„Het nu 66 jaar geleden dat ik als 7-jarige jongen als enige van mijn familie ontkwam aan de Holocaust. Mijn ouders, zussen en broer gingen op transport en overleefden het niet. Mensen verwachten vaak dat ik Duitsers haat. Ik haat hen absoluut niet, maar ik haat nazi’s en racisten. Ik geef veel voorlichting op Duitse scholen en merk gelukkig dat de Duitse jongeren zich heel bewust zijn van het verleden. Hetzelfde merk ik in Nederland.”
Zenuwachtig?
Ach, ik heb al het een en ander meegemaakt en ik praat vrij makkelijk. Ik heb donderdag een half uur spreektijd en die zal ik moeiteloos vol krijgen.”