Bleker benadrukte dinsdag in debat met de Tweede Kamer dat het beheer van de wilde zwijnen echt een zaak is van de provincie. Maar een ruime Kamermeerheid (Partij voor de Dieren, PVV, PvdA, SP, GroenLinks, D66) vindt het niet effectief om elk jaar 80 procent van de wilde zwijnen, een beschermde diersoort, op de Veluwe af te schieten en wil onderzoek naar andere mogelijkheden.

De bewindsman benadrukte dat het door de Kamer gevraagde onderzoek allang in gang zou zijn gezet als het Rijk er iets over te zeggen zou hebben. Maar wil hij de provincie geen onderzoek opdringen als die daar geen behoefte aan heeft: „Dat schiet niet op.”

De VVD houdt vast aan die lijn en heeft geen moeite met de jacht. Hoezo niet effectief. U gaat elke zes weken naar de kapper, want het haar groeit weer aan. Is dat dan wel effectief, meent Kamerlid Johan Houwers. Dit tot teleurstelling van PVV’er Dion Graus. „Gelukkig is dit niet opgenomen in het regeer- of gedoogakkoord. Ik neem er afstand van.”

Bleker vindt overigens niet dat er lichtvaardig zwijnen worden afgeschoten en hij gaf aan dat hij zich „staatssecretaris van alle varkens, wilde en niet-wilde, voelt”. Marianne Thieme (Partij voor de Dieren, PvdD) verweet Bleker dat die zich nu verschuilt achter de verschillende taken van provincie en de rijksoverheid. Het beheer van de zwijnen vindt zij wel degelijk een zaak van de rijksoverheid: „Als de geest van de wet niet goed wordt uitgevoerd, moeten we kijken hoe het beter kan.”

Volgens de fractieleider van de PvdD trok Bleker zich eerder ook weinig aan van de verantwoordelijkheid van de provincies. In discussies over de komst van het natuurnetwerk de Ecologische Hoofdstructuur en de verbindingszone Oostvaarderswold in Flevoland „knalde u daar als een tank dwars doorheen”, constateerde Thieme. Kort na zijn aantreden kondigde Bleker aan dat de overheid op de centen moet letten en ondanks protesten van provincies geen geld meer steekt in het aankopen van grond voor natuurdoelen.