Sinds de vlucht van Ben Ali anderhalve week geleden en de vorming van een overgangsregering is Tunis vrijwel onafgebroken het toneel geweest van felle protesten. Het is veel Tunesiërs een doorn in het oog dat het kabinet een aantal bewindslieden telt die ook al deel uitmaakten van het regime van Ben Ali. Die regeerde Tunesië 23 jaar lang met ijzeren vuist. Vijf ministers zijn onder druk van de aanhoudende protesten opgestapt. Naar verwachting wordt snel een herschikking van de regeringsploeg bekendgemaakt.

Legerleider Rachid Ammar riep de bevolking maandagavond op de overgangsregering niet te hinderen bij haar werkzaamheden. Hij wees speculaties over een mogelijke staatsgreep door het leger van de hand. „Het leger is de beschermer van de revolutie.” Ammar, die is uitgegroeid tot een soort volksheld wegens de rol die hij zou hebben gespeeld bij de val van Ben Ali, waarschuwde dat de revolutie gevaar loopt als er een machtsvacuüm ontstaat. „Dat roept opnieuw angst op en dan kan er wederom een dictator opstaan.”

Zijn woorden leken dinsdag gehoor te vinden bij enkele honderden tegendemonstranten die de straat opgingen om juist hun steun te betuigen aan de overgangsregering, die het organiseren van vervroegde verkiezingen als voornaamste taak heeft. Zij stelden dat de ploeg van Ghannouchi er slechts tijdelijk zit en dat een regering van nationale eenheid beter is dan een machtsvacuüm.