Thuishulp blijft moord op bejaarde ontkennen
DEN HAAG (ANP) – „Ik heb het niet gedaan!” Dat benadrukte thuishulp Monique B. dinsdag voor het gerechtshof in Den Haag. De 39-jarige vrouw werd in februari vorig jaar tot een levenslange gevangenisstraf werd veroordeeld voor de moord op de bejaarde Haagse Maria Schermer. Ze ging nu voor het eerst persoonlijk in op de aanklacht tegen haar.
De rechtbank in Den Haag veroordeelde B. tot de hoogst mogelijke straf, omdat ze op „afgrijselijke wijze” geweld had toegepast tegen een weerloze en slechtziende vrouw. De bejaarde was met meer dan vijftig messteken gedood en in haar schedel werden twee stukjes afgebroken metaal van een mes gevonden.
Het Openbaar Ministerie eiste destijds een gevangenisstraf van achttien jaar. De rechtbank legde de thuiszorghulp echter levenslang op omdat ze alle medewerking aan het onderzoek naar de moord had geweigerd. B. was volgens rechtbank en OM uit op geld of een bankpasje van het slachtoffer. Schermer verdacht zelf de thuishulp ervan haar twee jaar van 1000 euro te hebben bestolen. Dat verklaarden bekenden van de vermoorde vrouw.
Maria Schermer, die met een rollator liep, werd op vrijdag 6 maart 2009 badend in het bloed gevonden in haar woning aan de Laakkade in Den Haag. Ruim twee weken later werd haar voormalige thuishulp B. gearresteerd. Op de fatale vrijdag meldde B. zich ziek bij haar werkgever. Ze belde vervolgens de supermarkt die Schermer wekelijks haar boodschappen bracht af met de mededeling dat de bejaarde vrouw niet thuis zou zijn.
Na de moord werd de woning van Schermer grondig doorzocht. Er werd DNA-materiaal van B. gevonden. Ook beschikt het OM over opnamen van telefoongesprekken waarin te horen is wat de vrouw tegen haar man zegt. „Ik wilde kijken of ik het bankpasje kon vinden.” En: „ik raakte in paniek toen ze me betrapte.” Ondanks het vele bewijs heeft B. altijd ontkend. Maandag deed ze dat in haar eigen bewoordingen. „Ik ben op 6 maart niet bij mevrouw Schermer geweest. Alleen de dag ervoor.”
De reden om de supermarkt af te zeggen, was volgens B. dat een buurman van de vermoorde vrouw dat haar had opgedragen. Op de vraag van één van de rechters waarom ze dat niet had geverifieerd bij mevrouw Schermer, kon M. geen antwoord geven. „Ik heb er niet over nagedacht om het aan haar te vragen.”
De zaak wordt 1 februari voortgezet.