Bouwen zonder fouten en vertraging
ZEIST – Hij brengt opdrachtgevers, uitvoerende bedrijven en klanten in de bouw bij elkaar, stroomlijnt het proces en haalt het spreekwoordelijke oponthoud eruit. Piet Oskam verwacht een sterke groei van zijn Centrum voor Innovatie van de Bouwkolom (CIB). „Traditioneel ingestelde bouwers innoveren niet.”
Na zijn studie economie in Amsterdam stond Oskam (52) een tijdje voor de klas. Als docent aan het Van Lodenstein College in Amersfoort wilde hij de kennis uit de schoolboeken illustreren met verhalen uit de praktijk. Daarvoor was bedrijfservaring nodig.
De onderwijsloopbaan zou echter niet meer worden hervat. Oskam ging aan de slag bij de werkgeversorganisatie Koninklijke Metaalunie en doorliep daar alle mogelijke functies, totdat hij in 1993 voor zichzelf begon. Zijn bedrijf Mesos Groep BV omvat twee werkmaatschappijen, gericht op advisering aan brancheorganisaties en andere samenwerkingsverbanden en op het beheren en besturen van organisaties. In 2003 stapte Oskam op zijn verjaardag naar de notaris om de akte voor de oprichting van de stichting CIB te ondertekenen.
Hij ziet het CIB als een nieuwe organisatievorm in een klassieke bedrijfstak. „Bij een bouwproces zijn een negental partijen betrokken. Van de opdrachtgever tot en met de beheerder. Daartussen zitten architect, ingenieursbureau, bouwbedrijf, afbouwbedrijf, installateur, verwijderaar van bouw- en sloopafval en de bouwtoelevering. Negen schakels met acht schuttingen. Dat zorgt voor veel oponthoud, fouten en vertragingen. De klant komt in het proces niet voor en de zogenaamde faalkosten bedragen wel 20 procent. Dat is heel veel, zeker als je weet dat er in de bouw jaarlijks 50 miljard omgaat.”
De geboren en getogen Zeistenaar wil die schuttingen omver halen. Herhaaldelijk spreekt hij over „het kantelen van de bouwkolom. Het is mijn doel om gelijkgezinde partijen op hetzelfde niveau te laten denken.”
Bij het CIB werken momenteel twintig hoogopgeleide professionals, zoals een psycholoog, een pedagoog, een bioloog, een planoloog, een innovatiedeskundige en een aantal communicatiedeskundigen. „Beslist geen bouwkundigen. Die hebben de deelnemende bedrijven zelf voldoende in huis.”
Het centrum levert expertise tijdens het bouwproces, bedenkt bouwconcepten en formules en brengt marktpartijen bij elkaar. Die concepten brengt het CIB naar buiten onder benamingen zoals groen wonen, vitaal bouwen, active house en een thematische benadering van energiebesparing of zorg.
Het aantal deelnemende bedrijven is sinds 2003 gegroeid tot 800. Dat ging niet van een leien dakje. „Voor de eerste deelnemer heb ik er zeker tien moeten benaderen.”
Oskam verwacht dat het aantal deelnemers de komende jaren zal toenemen tot circa 2000. Hij verwacht een groei van het personeelsbestand tot ongeveer 35.
Iedere vergelijking met brancheorganisaties wijst de Zeistenaar resoluut van de hand. „Die zijn niet innoverend bezig en vormen bolwerken. Maar de tijd van bolwerken is voorbij, we leven nu in een periode van netwerken. Wij proberen koplopers in de branche te koppelen.”
Daarin past specialisatie, denkt de econoom. „Traditioneel noemt iedereen zich aannemer. Maar je moet een aanbieder worden.” Richt je op een deelgebied, bijvoorbeeld op zorg, scholen, woningbouw of renovatie, zo is zijn advies. Daarmee wordt de traditionele slag om de laagste prijs doorbroken. „Nu probeert men nog maar al te vaak tegen de laagste prijs aan werk te komen. Vervolgens worden de verdiensten via meerwerk binnengehaald. Binnen de bouwkolom gebeurt dat negen keer, met alle gevolgen van dien.”
Oskam signaleert dat door de overheid in publieke werken dit principe nog steeds wordt gehuldigd. „Daarmee houd je een ouderwetse praktijk in stand en belemmer je vernieuwingen.”
De crisis gaat ook het CIB niet onopgemerkt voorbij. „Maar aan de andere kant geeft die een impuls aan het denken. Dat heb je in goede tijden veel minder. Bouwbedrijven die met deze vernieuwing al eerder zijn begonnen, komen beter door de crisis heen. Verschillende bedrijven zijn echter te laat en zullen alsnog omvallen.”
Oskam meent dat er nog steeds flink bespaard kan worden op nieuwbouw voor starters. „In veel gevallen kan daar die eerdergenoemde 20 procent nog van af. Hoofdprobleem blijven de grondprijzen, maar grond is zo schaars dat daar wel geen verandering in zal komen.”
Hij verwacht om die reden dat er de komende jaren meer hoge en multifunctionele gebouwen zullen verrijzen. Duurzaam bouwen is een blijvende trend. „In de verschillende schakels van de bouwkolom worden daarvoor uiteenlopende definities gehanteerd. De CIB-aanpak stimuleert een meer integrale benadering, die essentieel is voor het ontwikkelen en bouwen van energiezuinige woningen.”
De gedreven CIB-directeur probeert zijn ideeën overal aan de man te brengen. Hij geeft gastcolleges op hogescholen, schrijft in vakbladen en spreekt vrijwel iedere week op congressen. „Ons motto is dat we doorgaan waar anderen stoppen. Er is altijd een mogelijkheid om het beter te doen.”