Binnenland

Christenen: gewoon, maar toch niet helemaal

Christenen zijn allereerst gewone mensen, maar daarna toch ook wel schijnheilig, zo vindt de gemiddelde Nederlander. „In de kerk zitten ze op het voorste rijtje, maar als puntje bij paaltje komt zullen ze andere mensen niet helpen.”

Jacob Hoekman
24 January 2011 12:30Gewijzigd op 14 November 2020 13:24
Een straatkunstenaar doet zijn werk op de Dam in Amsterdam, terwijl reformatorische christenen (achtergrond) zich verzamelen voor een openluchtconcert van een samengesteld mannenkoor. Ook evangelist Krijgsman sprak tijdens de bijeenkomst, die in de zomer
Een straatkunstenaar doet zijn werk op de Dam in Amsterdam, terwijl reformatorische christenen (achtergrond) zich verzamelen voor een openluchtconcert van een samengesteld mannenkoor. Ook evangelist Krijgsman sprak tijdens de bijeenkomst, die in de zomer

„Christenen? Best gewone mensen eigenlijk”, vindt de verkoopster van allerlei garen en linten op de Amsterdamse Ten Katestraat. „Toevallig hadden we gisteren nog iemand uit Staphorst als klant, helemaal in klederdracht. Nou, die behandel ik net als ieder ander. Ik ben tegen haar net zo vriendelijk.”

De garenverkoopster verwoordt de opvatting van de meeste mensen over niet-christenen. Althans, dat blijkt uit onderzoek in opdracht van Stichting Alpha-cursus Nederland. Christenen? Het zijn net gewone mensen, zo valt uit dat onderzoek te concluderen. De helft van de ruim duizend ondervraagde Nederlanders ziet niets bijzonders aan hen. Ze zijn vooral „gewoon”, geven zij aan.

Alhoewel – soms slaan ze wel erg door, vindt de garenverkoopster op de markt in Amsterdam Oud-West. „In Staphorst, daar zijn toch ook mensen die hun kinderen niet willen intenten? Dat vind ik dus niet kunnen. Daarover zou ik wel eens een discussie met hen willen aangaan.”

Ook een oudere man die langs de kraampjes slentert, vindt christenen in eerste instantie „gewoon.” Tot de „zwartekousenchristenen” aan toe. „Moeten zij weten wat ze allemaal geloven. Als ze mij er maar niet mee lastigvallen.” Maar dan, als hij er wat langer over nadenkt: „Ik heb wel eens het idee dat ze een beetje schijnheiliger zijn. In de kerk op het voorste rijtje zitten, maar als puntje bij paaltje komt andere mensen niet helpen.”

Jan Bakker, directeur van Alpha-cursus Nederland, dat het onderzoek liet uitvoeren, is allang blij dat ”schijnheilig” niet als eerste uitkomst uit de bus is gekomen. „Dat gebeurde in Engeland bij een soortgelijk onderzoek. Dat was heel slecht nieuws voor mensen die Christus navolgen.”

Maar is de typering van christenen als ”gewone mensen” wel zo veel beter? Blijkbaar vallen ze niet erg op en gaat er weinig van hen uit. „Dat is waar”, beaamt Bakker. „Nog liever zou ik hebben dat de eerste reactie van mensen op christenen er één is van: Wow! Maar toch ben ik ook wel blij met deze uitkomst. Begrippen als schijnheilig worden daarmee in elk geval aan de kant geschoven.”

Alpha-cursus Nederland hield het onderzoek onder meer om mensen gerichter te kunnen benaderen voor de laagdrempelige cursussen over het christelijk geloof. Vanaf deze week gaat de organisatie weer mensen uitnodigen voor een nieuwe cursus. „Als Nederlanders christenen massaal zouden bestempelen als hypocriete lui, kunnen we daar rekening mee houden. Want laten we wel wezen: wij weten vaak niet eens wat mensen van ons denken, terwijl iedere christen zich dat zou moeten afvragen. Onze vriendelijkheid moet alle mensen bekend zijn, zegt Paulus. Maar staan we wel echt bekend als die vriendelijke mensen?”

Dat christenen dat niet weten, komt volgens Bakker doordat veel christenen hoofdzakelijk met elkaar optrekken en alleen met elkaar over het geloof praten. „Hoeveel mensen in werksituaties weten dat een van hun collega’s elke zondag naar de kerk gaat en daar nog enthousiast over is ook?”

Het kan zelfs zo ver komen dat mensen in Nederland geen enkele christen meer kennen, blijkt in Amsterdam. Een schoenenverkoper achter zijn kraam op de Ten Katestraat haalt zijn schouders op. „Ik heb geen enkel beeld bij christenen. Ik ken er geen één. Hier lopen alleen maar mohammedanen.”

Hij neemt een slok van zijn dampende thee. Het is niet dat hij niet begrijpt wat christenen drijft. Dat niet. „’t Is makkelijk, hè? Geloof is een mooi afschuifsysteem. Dan hoef je zelf niet meer aan de slag; een ander doet het voor je. Ik kan daar niets mee.”

Het zijn dat soort opmerkingen die Johan Krijgsman geregeld naar zich toegeworpen krijgt. Krijgsman is evangelist namens de Gereformeerde Gemeenten en staat bijna iedere week wel op de Ten Katestraat. Niet-christenen begrijpen de wereld van reformatorische christenen nauwelijks, is zijn ervaring. „Dat is ook Bijbels: de natuurlijke mens begrijpt niet de dingen die des Geestes Gods zijn. Ook in de eerste christengemeenten zie je dat de wereld hen niet begreep. Met vond het maar rare mensen met vreemde ideeën.”

Toch ziet 50 procent van alle Nederlanders christenen niet als vreemde lui, maar juist als gewóne mensen. Een probleem? „Het roept wel de vraag op of we voldoende een zoutend zout zijn, of we een stad op de berg zijn”, vindt Krijgsman.

Maar er zit ook een andere kant aan, merkt de evangelist steeds weer in zijn werk. „Je mag vandaag de dag voluit christen zijn, méér zelfs dan eerst. Dat is echt niet gek; iedereen heeft zijn eigen opvattingen. Weerstand ontstaat pas als je je opvattingen wilt opleggen aan een ander; als je te veel benadrukt hoe exclusief je opvattingen zijn.”

Christenen moeten die ruimte in de samenleving benutten, vindt Krijgsman. „We moeten de samenleving niet tegemoet treden als alleen maar vijandig. Dan praten we elkaar een grotebozewereldcomplex aan.”

Ter hoogte van een kraam vol met goudgele kazen houdt een man met een grijs baardje abrupt halt als hem gevraagd wordt naar zijn beeld van christenen. Hij haalt de dikke wollen sjaal van zijn nek, knoopt zijn jas los en ontbloot zijn borst. Een grote, zilverkleurige davidsster komt tevoorschijn. „Ik ben zelf Joods. Christenen zijn de laatsten met wie wij problemen hebben, het zijn onze broers”, zegt hij. Maar heel actief zijn ze niet in de samenleving, vindt hij. „Ze mogen wel wat meer hun stem verheffen.”

Dat vindt Krijgsman ook. „Men verwacht dat ook van ons. Als we ons onnodig terugtrekken, krijgen mensen helemáál een verkeerd beeld van ons. Daarom moeten christenen ook niet wegtrekken uit de stad. Juist hier is het nodig dat er christenen op hun post zijn.” Hij zwijgt even, denkt na. Dan benadrukt hij het nog eens: „We moeten ons beslíst niet terugtrekken.”

Vrijdag vindt in Vianen het congres ”Vreemdeling én burger” plaats, over de positie van orthodoxe christenen in een geseculariseerde samenleving.

www.vgs.nl voor meer informatie.


„Gewoon” en „schijnheilig”

De helft van alle Nederlanders blijkt christenen als „gewone mensen” te zien, blijkt uit het onderzoek van Stichting Alpha-cursus Nederland. In het onderzoek, uitgevoerd door Blauw Research onder 1021 Nederlanders, konden deelnemers kiezen uit elf voorgegeven antwoorden. Na „gewoon” scoorde met 22 procent vooral „schijnheilig” hoog. De rest van de top vijf is positief: op nummer drie staat de typering ”behulpzaam” (20 procent), op vier ”liefdevol” (17 procent) en op vijf ”sociaal actief” (16 procent). Hekkensluiter is, met 4 procent, de typering van christenen als ”zwak”.

In het onderzoek kwamen ook andere thema’s aan de orde, zoals de belangrijkste levensvraag van Nederlanders. Dat blijkt de vraag te zijn naar ziekte, ellende en lijden in de wereld.

Op de vraag wat het meest bepalend is voor geluk, antwoordden de meeste mensen met ”een goede gezondheid”. Geloof valt buiten de top vijf van geluksbepalende factoren.

www.alpha-cursus.nl

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer