Geduld Belgen rond regeringsvorming raakt op
België heeft 223 dagen na de verkiezingen van juni vorig jaar nog altijd geen regering. Het geduld van de Belgen dreigt op te raken.
Kamperen tegen de stilstand. Het is een van de mogelijkheden die Belgen hebben om hun ongenoegen te laten blijken over de slepende regeringsvorming. Actiegroep Camping16 roept Belgen ertoe op hun virtuele tentje op te slaan voor de regeringsgebouwen aan de Brusselse Wetstraat. „Is jouw geduld ook op?” vragen de organisatoren op hun site. „Stuur de politici een duidelijk signaal en steun Camping16.” Inmiddels staan er op de internetsite van de groep bijna 135.000 tentjes.
Lopen tegen de stilstand, dat kan ook. In het Brusselse Internationale Huis voor Studenten was het donderdagmorgen dringen geblazen bij de perspresentatie van vijf studenten over een grote betoging tegen de politieke impasse, morgen in Brussel. „Het is onderhandelen, onderhandelen en opnieuw onderhandelen”, zegt de Brusselse student Thomas Royberghs tijdens de bijeenkomst. „Maar het resultaat is nul komma nul. Het is genoeg. Wij willen een regering. Het is hier Ivoorkust niet.”
Het initiatief lijkt aan te slaan, want inmiddels gaven via Facebook 25.000 mensen te kennen mee te willen lopen in „de pacifistische mars.” Tal van organisaties, zoals de jongerenafdeling van de christendemocratische CD&V, de socialistische partij sp.a en de vakbonden, lieten bovendien weten hun leden te mobiliseren voor de optocht. De Belgische spoorwegen zetten extra treinen in om de betogers naar Brussel te brengen.
Royberghs benadrukt op de persconferentie van Shame, zoals de actiegroep zich noemt, dat de betoging „politiek neutraal” is. „Wij willen een open dialoog tussen alle partijvoorzitters aan Vlaamse en Franstalige kant”, benadrukt hij. „En wij verwelkomen ieder die dat ook wil en die het huidige politieke circus even beu is als wij.”
Of het zin heeft? Student Thomas Decreus zegt te hopen van wel. „Ik weet het echter niet zeker, het is afwachten. Maar het is belangrijk om een duidelijk signaal af te geven.”
Tentjes, een mars, en dan was er gisteravond ook nog een protest van kunstenaars en schrijvers in de Koninklijke Vlaamse Schouwburg. De propaganda van „een gesloten cultuur, die alles herleidt of afmeet aan één aspect, zoals taal”, vindt niet plaats in onze naam, lieten de artiesten weten. Ze willen een keer brengen in de „verdere tweedeling van het land: tussen rijk en arm en tussen Vlaams en niet-Vlaams.” „Solidariteit maakt een cultuur groot”, vinden ze.
Peter de Roover van de Vlaamse Volksbeweging –voor een onafhankelijk Vlaanderen–, schudt zijn hoofd. „Ach, die kunstenaars”, zegt hij met lichte spot in een Antwerps café. „Natuurlijk zijn die vóór België, want België is surrealisme. Dit land is voor hen een soort kunstzinnig curiosum. Kunstenaars houden van chaos, maar dat is niet mijn perspectief en ook niet dat van de gemiddelde burger.”
Toen De Roover over de manifestatie van morgen in Brussel hoorde, werd hij „helemaal stil van verbazing.” Hij noemt het „de meest droevige betoging die ooit in de wereld is georganiseerd.” De Roover: „De boodschap van de studenten is dat er een regering moet komen, maar wat die vervolgens moet doen, weten ze niet. Het is als het klaarzetten van een tafel om te eten, om vervolgens totaal niet te weten wat er opgediend moet worden.”
De Roover, die in het dagelijks leraar is op een middelbare school in het multiculturele Antwerpen-Noord, is ervan overtuigd dat Vlaanderen en Wallonië het beste gescheiden verder kunnen. „De huidige malaise rond de regeringsvorming is te wijten aan het feit dat we twee groepen die hemelsbreed van elkaar verschillen, door één politieke deur willen duwen. Franstaligen en Vlaamstaligen houden elkaar in een ijzeren greep, waardoor het land is veroordeeld tot stilstand.”
Volgens De Roover is het daarom tijd om niet langer met „Belgische oplossingen” te komen, maar het probleem bij de wortel aan te pakken. „We zijn hier experts in pappen en nathouden”, zegt hij. „Het politieke systeem is daardoor echter zo ingewikkeld geworden dat niemand het meer begrijpt. De rek is eruit.”
De leraar zoekt een voorbeeld om de Belgische malaise duidelijk te maken. „Stel”, zegt hij, „twee mensen kijken in een bepaalde straat naar een huis. De een vindt nummer 12 mooi, de ander nummer 10. Ze worden het niet eens en kiezen daarom voor een krot op nummer 20. Dat is nu de Belgische consensuspolitiek. De som der delen is veel slechter dan de delen op zich. We kunnen de volgende generatie niet met zo’n België opschepen.”
De nota van Vande Lanotte (zie kader) die momenteel op de onderhandelingstafel ligt, maakt het Belgische politieke stelsel nog ingewikkelder, aldus De Roover. „Weet u”, zegt hij. „Ik ben dat gesleutel aan het federale stelsel volledig beu. Ik zou willen dat de patstelling opgelost wordt, door België zelf in chemische zin op te lossen. Het is beter voor Vlaanderen en ook voor Wallonië. Laat helder zijn: ik heb niets op Walen tegen. Maar daar gaat het niet om. Het probleem is dat het federalisme niet meer werkt. Splitsing betekent wederzijdse vrijheidsschenking. Dat is er aan de orde.”
Maar willen de mensen die vrijheid ook? „Ik ben een democraat”, zegt De Roover. „Als mensen liever geen afscheiding willen, dan niet. Wij dragen een denkspoor aan waarvan mensen kunnen denken: het is zo gek nog niet.”
Een totaal ander denkspoor wordt in stelling gebracht door Gilles Vanden Burre van B-plus, dat zich presenteert als een „beweging voor federaal België.” De som der delen is meer, betoogt deze verenging juist. „Het samenleven van verschillende groepen mensen creëert waarde”, zegt de Waalse Vanden Burre op de Brusselse burelen van B-plus. „We moeten bouwen aan een land waarin we de voordelen van de Waalse en de Vlaamse cultuur integreren.”
Het ideaal van een onafhankelijk Vlaanderen noemt hij „een onredelijk standpunt” en „pure emotie.” „De huidige structuur van federalisme is de beste oplossing voor België”, vindt hij. „Het stelsel moet echter worden gemoderniseerd.”
B-plus, dat volgens Vanden Burre precies 50 procent Waalse en 50 procent Vlaamse leden heeft, vindt dat bevoegdheden bij dat politieke niveau moeten worden gelegd waar ze het effectiefst afgehandeld kunnen worden. Buitenlandse zaken en justitie zullen bijvoorbeeld op federaal niveau moeten blijven, maar veel andere zaken kunnen naar de gewesten en gemeenschappen. „Emotie en ideologie spelen bij die verdeling dus geen rol”, zegt Vanden Burre.
De vereniging denkt voor België aan een Duits federaal model, waarbij de strikte scheiding tussen Vlaamse en Waalse kieskringen verdwijnt. Nu mogen Walen in principe enkel op Waalse lijsten stemmen, en Vlamingen op Vlaamse lijsten. „Dat moet anders”, aldus Vanden Burre. „Iedere Belg moet op elke partij kunnen stemmen. Voor verkiezingen op federaal niveau moet er bovendien een federaal programma zijn. Dat is nu niet het geval.”
Hij vindt dat de nota-Vande Lanotte „passen in de goede richting” zet. Wat B-plus betreft komt er een referendum over de nota. „In Nederland en Frankrijk is de Europese grondwet voorgelegd aan de burgers, dan kan dit veel dunnere rapport ook wel door de bevolking beoordeeld worden. Als de Belgen er in meerderheid voor zijn, dan zijn we direct uit de huidige politieke patstelling.”
Vanden Burre is ervan overtuigd dat veel Belgen achter de zienswijze van B-plus staan. „Uit alle peilingen blijkt dat slechts een klein deel van de Vlamingen voor onafhankelijkheid is. België is echt meer dan koningshuis en voetbal. Er bestaan veel dwarsverbanden tussen Walen en Vlamingen. Kijk alleen al naar de achternamen: je vindt veel Vlaamse namen in Wallonië en omgekeerd. Vlamingen gaan bovendien op vakantie in de Ardennen en Walen naar de Vlaamse kustplaatsen. Die verkiezen zij dus boven de Franse kust.”
Burgemeester Michel Doomst van Gooik, een van de gemeenten in Brussel-Halle-Vilvoorde, is minder positief over de dwarsverbanden tussen Walen en Vlamingen. „We zijn uit elkaar gegroeid”, zegt hij op zijn kamer in het gemeentehuis. „Ik kan het niet anders zeggen: we zijn echt aan de pijngrens gekomen.”
Doomst, die sinds 1988 burgemeester is in het agrarische Gooik, kan zich de tijden herinneren dat inwoners van zijn dorp Franstalige kranten lazen zoals La Libre Belgique. „Dat gebeurt echter niet meer. Alles is gesplitst: universiteiten, media en de partijen. Mijn eigen partij, CD&V, heeft nauwelijks contact met onze christendemocratische evenknie in Wallonië, de CDH. We verstaan elkaar slecht.”
Doomst was een van de zeven burgemeesters in de regio Halle-Vilvoorde die in 2003 een oproep deden tot splitsing van de kieskring Brussel-Halle-Vilvoorde (BHV) in Brussel (19 gemeenten) en Halle-Vilvoorde (35 gemeenten). Franstaligen die buiten Groot-Brussel wonen, zouden dan nog enkel kunnen stemmen voor Nederlandstalige kandidaten. Het dossier BHV is een van de grote obstakels om tot een regering te komen.
„Het gaat in feite om respect”, zegt de aimabele Doomst. „Wanneer je ergens komt wonen, moet je de grondregels van het gebied respecteren. Het betekent voor Franstaligen dus dat ze hier onder meer Vlaams leren. Dat Franstaligen in Halle-Vilvoorde op een Brusselse lijst kunnen stemmen, is toch eigenlijk niet normaal? Mensen die van hieruit in Waals-Brabant gaan wonen, respecteren de daar geldende regels ook ten volle.”
Doomst, die van 2007 tot 2010 tevens voor het CD&V in het federale parlement zat, pleit voor „concretere spelregels tussen de twee huishoudens.” Splitsing van het land is voor hem geen optie. Hij is ervan overtuigd dat Walen en Vlamingen „gemakkelijker kunnen samenleven als we beiden meer autonomie hebben.” Volgens Doomst zou een meer confederalistisch model soelaas kunnen bieden.
Wat dit concreet betekent? „Bijvoorbeeld dat de gewesten ook fiscale autonomie krijgen. Wallonië hangt nu te veel aan de uiers van de federale melkkoe. Wij zeggen echter: Je kunt beter zelf je veestapel uitbreiden. Dat is voor Wallonië uiteindelijk ook beter.” Wat Doomst betreft blijft er echter wel solidariteit tussen Vlamingen en Walen. „Als maar inzichtelijk is hoeveel geld er van Vlaanderen naar Wallonië gaat. Dan is het transparant. Nu is dat veel minder duidelijk.”
De bal voor regeringsvorming ligt bij de winnende partij N-VA van Bart De Wever, aldus Doomst. „Zij hebben 30 procent van de kiezers achter zich gekregen, dus zullen er nu ook uit moeten komen. Dat is hun opdracht. En nee, dat lukt niet met een houding van niets toegeven. Dan zeggen de kiezers straks: „Bravo, u hebt uw poot stijf gehouden, maar we keren terug naar onze oude partij.”
Slepende formatie
Wanneer waren de Belgische verkiezingen?
Op 13 juni 2010. De verkiezingen betekenden een politieke aardverschuiving: de Vlaams-nationalistische partij N-VA van Bart De Wever behaalde 27,8 procent van de stemmen in Vlaanderen. In Wallonië won de socialistische PS van Elio Di Rupo met 37,6 procent van de stemmen. Bijna alle andere partijen verloren (fors.)
En toen?
Preformateur Di Rupo probeerde een kabinet te vormen met de N-VA, de christendemocratische Vlaamse en Waalse partijen (CD&V en CDH), de socialistische partijen (sp.a en PS) en de groenen van beide zijden van de taalgrens (Groen! en Ecolo). De besprekingen liepen onder meer vast op het dossier Brussel-Halle-Vilvoorde. In september diende Di Rupo (voor de tweede keer) zijn ontslag in.
Vervolgens poogden Senaatsvoorzitter Danny Pieters (N-VA) en Kamervoorzitter André Flahaut (PS) de partijen op één lijn te krijgen, maar ook deze onderhandelingen liepen op niets uit.
Vanaf 21 oktober was het de beurt aan de socialist Johan Vande Lanotte, onder meer oud-minister van Binnenlandse Zaken. Hij presenteerde begin deze maand zijn nota met onderhandelingsvoorstellen. Op 6 januari vroeg hij de Belgische koning Albert II echter hem van zijn opdracht te ontheffen na afwijzende reacties op zijn voorstellen. Zo vinden CD&V en N-VA de voorstellen niet ver genoeg gaan.
De koning gaf hem echter geen ontslag, maar vroeg hem in samenspraak met De Wever den Di Rupo initiatieven te nemen „om de huidige politieke impasse zo snel mogelijk te doorbreken.”
Waar gaat de nota-Vande Lanotte over?
De nota gaat onder meer over politieke vernieuwing, hervorming van de gezondheidszorg en de arbeidsmarkt. Vande Lanotte stelt onder meer voor de Senaat als Eerste Kamer van het parlement af te schaffen. Het moet een overlegorgaan worden voor de Vlaamse, Franse en Duitstalige gemeenschappen en de drie gewesten van het land (Vlaanderen, Wallonië en Brussel).
Bovendien krijgen Vlaanderen en Wallonië meer financiële middelen ten koste van de nationale overheid, als ook meer bevoegdheden op bijvoorbeeld het gebied van kinderbijslag, rijopleidingen en ouderenzorg.
Het kiesdistrict Brussel-Halle-Vilvoorde moet worden gesplitst.
Brussel-Halle-Vilvoorde, hoe zat dat ook alweer?
Ofwel BHV. Is het kiesdistrict in de Vlaamse rand rond Brussel. Franstaligen uit gemeenten in Vlaams-Brabant mogen ook op Franstalige partijen uit Brussel stemmen. Alle andere kiesdistricten zijn Nederlands- dan wel Franstalig. Vlamingen hekelen deze constructie, omdat Vlaamse inwoners van Waals-Brabant niet op Nederlandstalige politici uit Brussel mogen stemmen en de regeling bovendien de ‘verfransing’ van het district BHV in de hand zou werken.