Het belang van innovatie
Afgelopen week was het weer zo ver: een rapportage waaruit bleek dat de achterstand van Nederland om een top 5-kennisland te worden groter is geworden.
Het lijkt er haast op dat het sinds de oprichting van het inmiddels weer ter ziele gegane innovatieplatform met Nederland als kenniseconomie alleen maar slechter gaat. Eind jaren negentig waren ”we” nog behoorlijk innovatief, met een hoge positie op verschillende lijstjes. Sindsdien is Nederland afgezakt. Ondanks dat het vorige en het huidige kabinet de ambitie van het innovatieplatform hebben onderschreven. Moeten we ons nu echt zorgen gaan maken?
Eerst de feiten. Op basis van de zogenaamde ”kennis- en innovatiefoto” die afgelopen week uitkwam, is duidelijk dat Nederland op steeds meer punten achterloopt in vergelijking met toplanden. Qua uitgaven aan R&D (onderzoek en ontwikkeling) van bedrijven bungelt Nederland in 2009 achteraan in Europa tussen Spanje en Tsjechië, vijfde van onderen, aldus het CBS deze week.
Daarnaast hebben het beleid van het huidige kabinet en de crisis de achterstand van Nederland weer wat groter gemaakt. Terwijl andere landen crisismaatregelen gebruikten om extra te investeren in kennis, gebeurde dit in Nederland niet. Sterker, het huidige kabinet bezuinigt op lerarensalarissen, maakt studeren duurder en reserveert ook minder geld voor investeringen in onderzoek. Studenten demonstreerden gisteren niet voor niets.
Toch lijken deze noodkreten over de teloorgang van het perspectief van Nederland als kennisland niet te worden opgepikt. Het gaat toch best goed? Op zich waar, we zijn de crisis relatief goed doorgekomen en de werkloosheid in Nederland behoort tot de laagste van de westerse wereld. Maar op langere termijn is investeren in kennis gewoon noodzaak.
Want hoe kun je als land groeien? Om het heel simpel te houden: door met meer mensen te werken, kapitaalsintensiever te produceren, of slimmer te werken. Dit laatste kan door een hoger opgeleide bevolking of door nieuwe dingen te bedenken, ofwel innovatie. Daarbij komt nog een laatste element dat groei beïnvloedt: instituties. Een samenleving die openstaat voor nieuwe ideeën, een stabiel politiek klimaat en goede regelgeving heeft, kan doorgaans harder groeien.
Als we deze elementen op Nederland toepassen, is duidelijk dat we het de komende jaren niet moeten hebben van meer mensen. Dit jaar zullen zich naar verwachting voor het eerst minder mensen aanbieden op de arbeidsmarkt. Voor kapitaalsintensiever werken geldt momenteel hetzelfde. De komende jaren zal het lastiger en duurder zijn om geld te lenen, ook voor goede plannen. Een directe consequentie van de crisis en de als gevolg daarvan aangescherpte regelgeving.
Investeren in menselijk kapitaal is niets anders dan zorgen voor goed onderwijs, van de basis tot de top. Dat is de bron van groei op langere termijn. Meer slimme mensen vergroot ook de kans dat goede ideeën in Nederland bedacht worden. Het zorgt er ook voor dat Nederland aantrekkelijk blijft voor buitenlandse bedrijven om zich te vestigen, omdat kwalitatief goede arbeidskrachten beschikbaar zijn.
Goede ideeën als bron van groei is een iets ander geval. In principe maakt het (macro-economisch) niet zo veel uit wie een idee bedenkt: elke innovatie leidt uiteindelijk tot een welvaartstijging. Als je het idee (zoals een iPad) hebt bedacht, is het in principe eindeloos te kopiëren. Dus als we die ideeën in Nederland niet bedenken, profiteren we uiteindelijk ook van ideeën van anderen.
Echter, het is altijd beter om zelf met ideeën te komen. Ten eerste heeft degene die een idee heeft bedacht, vaak in eerste instantie hoge winst, bijvoorbeeld door de bescherming die patenten bieden. Daarnaast zijn veel ideeën niet zozeer nieuwe producten, maar nieuwe of verbeterde productieprocessen. Die kunnen ervoor zorgen dat je vooral goedkoper kunt produceren. Van essentieel belang voor de concurrentiepositie van een land op langere termijn. Kortom, het heeft veel voordeel om zelf die ideeën te bedenken.
Alle kaarten nu zetten op uitstekend onderwijs is en blijft het beste wat Nederland kan doen. Van goed basisonderwijs waarbij aandacht wordt besteed aan zowel de uitmuntende als zwakke leerlingen tot toponderzoeksinstituten. Als daar volop op wordt ingezet, ook door dit kabinet, zal Nederland over een jaar of vijftien tot twintig wellicht niet gezakt zijn op allerlei lijstjes. Want een heleboel landen, en vooral ook in Azië, snappen wel dat investeren in kennis niet beperkt kan blijven tot woorden op papier.
De auteur is econoom bij Rabobank Nederland.