Doolhof van gangen onder Berlijn

Onder Berlijn ligt een ware doolhof aan gangen. Tijdens de 460 luchtaanvallen in de Tweede Wereldoorlog op de Duitse hoofdstad moest de bevolking ergens blijven. In het stadsdeel Gesundbrunnen kun je de angstige inwoners achterna.

21 January 2011 18:54Gewijzigd op 14 November 2020 13:23
Foto Berliner Unterwelten
Foto Berliner Unterwelten

Of misschien iemand uit de groep bij de brandweer of de politie zit, wil gids Aranka Haneke weten. We zitten immers in de schuilkelder en hier moet van alles gebeuren om in leven te blijven. Iemand moet voor chef spelen.

Door het bombardement is de stroom uitgevallen. Twee scholieren melden zich om de ventilator met de beide handslingers aan de gang te houden. De gids spoort hen aan, want de meter komt niet hoog genoeg. Na een paar minuten geven ze het al op. Als het ernst was, zouden ze er niet zo makkelijk mee wegkomen.

Maar hoe moet het met die aanstaande moeder, die de eerste weeën voelt opkomen? En kan iemand even helpen bij een blindedarmontsteking?

Eigenlijk was het gangenstelsel waar Berliner Unterwelten rondleidingen verzorgt, in 1928 gebouwd voor de ondergrondse metro. Maar de gangen raakten in onbruik en werden vergeten.

De naziregering (1933-1945) maakte gretig gebruik van de lege kelders her en der onder de stad. De nieuwe wereldhoofdstad Germania moest natuurlijk schuilplaatsen hebben tegen de luchtaanvallen van Britten en Amerikanen. Het totale aantal ondergrondse bunkers in die tijd in Berlijn ligt op 130.

De bevolking heeft ze dankbaar gebruikt. Maar liefst 460 keer loeiden de sirenes, tussen de zomer van 1940 tot de lente van 1945. Soms was het zelfs dagelijkse routine dat moeders –met het gereedstaande koffertje in de hand– de kinderen riepen en naar de schuilkelder snelden.

Wie hier de weg niet weet, kan er gemakkelijk verdwalen. Het is een doolhof van smalle en soms niet al te hoge gangen, vele bochten, afgewisseld met grotere ruimten. De muren zijn van witgeschilderd beton waarin de nerven van de houten bekisting nog altijd voor iets huiselijks zorgen. In de muren zie je vrijwel overal de sporen van de lage bankjes waarop de mensen urenlang moesten wachten. Omdat de mensen er zo vaak en zo lang zaten, ontstonden er groeven in het beton.

De gids neemt haar gevolg mee naar een volgende kamer. Die hangt vol enge posters en affiches over atoomaanvallen van over de hele wereld. Haneke wijst op een kaart van Berlijn met cirkels erop. „Het hart van de cirkel ligt bij Alexanderplatz, het centrum van Oost-Berlijn.”

In de binnenste cirkel had de bevolking bij een atoomaanval een overlevingskans van 1 procent. „Alleen mensen die toevallig in de kelder waren”, vertelt Haneke. „Zoals je ziet ligt Gesundbrunnen aan de rand van de binnenste zone.”

De autoriteiten van West-Berlijn, waartoe ook Gesundbrunnen behoorde, hoefden in 1981 niet lang na te denken wat men als atoomkelder wilde gaan gebruiken. Dat waren de oude gangen die na de oorlog waren leegeroofd en achtergelaten.

Er waren overigens wel aanpassingen nodig om deze gangen geschikt te maken voor een aanval van nucleaire, biologische en chemische wapens. Het is maar zeer de vraag of ze in de Tweede Wereldoorlog wel bestand zouden zijn geweest tegen een echte bom als die vlak boven de kelders was geëxplodeerd.

Na aanpassingen boden de gangen beschutting aan 1300 mensen. De maximale duur van hun onderaardse verblijf werd geschat op 48 uur. Daarna moesten ze eruit. Het draaiboek voorzag erin dat ze dan met bussen zouden worden afgevoerd. „Wie na een atoomaanval de bus zou besturen, staat niet in het draaiboek”, merkt gids Haneke droog op.

Tijdens de Koude Oorlog hebben de sirenes boven Oost- en West-Berlijn nooit (echt) hoeven loeien en is de schuilkelder nooit gebruikt. De gangen raakten daarom opnieuw in onbruik en werden pas in 1998 weer geopend.

Aan de overkant van de straat is nog een deel van de kelder dat van de oorlog tot 1998 dichtbleef. Alles is hier nog zoals de autoriteiten het in de jaren dertig inrichtten. Enkele leerlingen van een Duitse schoolklas vragen zich af wat de aanduidingen ”Frauen-Abort” en ”Männer-Abort” betekenen. „Dat zeiden onze oma’s tegen toilet en wc”, legt de gids geduldig uit. „Zij gebruikten nog klassieke Duitse woorden.”

In de ruimte waar tijdens luchtaanvallen de EHBO-ploeg zat, waarschuwt de gids de muur niet aan te raken. Die is namelijk onverminderd radioactief. Om er zeker van te zijn dat de veiligheidsmensen niet in het donker zouden komen, waren de muren bestreken met witte fosfor. De gids schakelt het licht uit en bewijst dat de muurverf na meer dan zeventig jaar niet is uitgewerkt. Er blijft voldoende licht over.

Met haar zaklamp tekent ze een leuk poppetje op de muur. Dat gloeit voorlopig nog even na. Maar helemaal enthousiast wordt de schoolklas als de gids met een fotoflitser het profiel van een paar opgeschoten jongens op de muur zet.


Met de trein naar Berlijn

Men kan op luchthaven Schiphol het vliegtuig naar Berlijn nemen, om op de plaats van aankomst te constateren dat het nog een heel gesjouw is om in het centrum te komen. Maar de reiziger kan op het station van Schiphol ook in de trein naar Berlijn stappen en –zo men wil– uitstappen op Berlin-Gesundbrunnen en daar de onderaardse gewelven binnentreden.

Ook de verbinding met het centraal station van Berlijn (Berlin-Hauptbahnhof) is een fluitje van een cent. Afhankelijk van de tijd waarop men reist, is dit ook zonder overstap vanaf Schiphol te bereiken.

De trein volgt de normale route van een intercity, dus via Amersfoort, Apeldoorn en Hengelo in oostelijke richting.

De rit van Schiphol naar Berlijn duurt 6,5 uur. De prijs varieert sterk. Het best is ruim vooraf te boeken en dan te kijken bij welke vertrektijd het gunstigste aanbod staat.

www.ns.nl, www.nshispeed.nl


Puinruimen onder de grond

Aan het eind van de Tweede Wereldoorlog lag Berlijn grotendeels in puin. Sommige wijken waren vrijwel volledig platgebombardeerd. Het stadsdeel Wedding –waarvan Gesundbrunnen deel uitmaakt– had het er nog redelijk afgebracht, maar de schade was toch overal groot.

Berlin Unterwelten laat Tour C eindigen bij een klein wagonnetje met puin. Ook Duitse jongeren moet de gids telkens weer uitleggen wat dit is.

De oorlog had zo veel mensenlevens gekost dat er in 1945 in Berlijn zes keer zo veel vrouwen als mannen leefden. Die traden vooral op als ”Trümmerfrauen”, dus puinraapsters.

Overal waar de oorlog schade aan huizen en gebouwen had gemaakt, kwamen de Trümmerfrauen alles opruimen én sorteren. Achter de wagon staat een vitrine met wat je in bittere armoede allemaal kon maken van het oorlogsschroot uit het puin, zoals een pannetje uit een granaat en een vergiet uit een stalen helm.


Acht verschillende rondleidingen

Berliner Unterwelten biedt acht verschillende rondleidingen aan. De meeste duren zo’n anderhalf uur en kosten 9 euro per persoon. Alleen Tour D, die zich richt op de geheimzinnige ondergrondse route U8, duurt 2,5 uur en kost 16 euro.

Vrijwel alle rondleidingen hebben te maken met de politieke geschiedenis van Berlijn in de twintigste eeuw. Is het niet de Tweede Wereldoorlog of de Koude Oorlog, dan wel de mogelijkheid om via ondergrondse gangen van Oost- naar West-Berlijn te vluchten. Tour C, zoals hierboven is beschreven, combineert diverse elementen uit andere rondleidingen.

De meeste rondleidingen worden het hele jaar door gegeven. Voor specifieke tijden kan men bellen of kan men terecht op de internetpagina. Dat geldt ook voor aangepaste kleding, schoeisel en het meenemen van eventuele zaklantaarns.

www.berliner-unterwelten.de, 0049-30-49 91 05 18

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer