Nederlander vangt boeven in Kosovo
Laat de corrupte politici in Kosovo maar eens zweten. Zei de Nederlandse boevenvanger Johan van Vreeswijk afgelopen zomer in een interview. Dat heeft hij geweten. „Ik ben ervan geschrokken dat men hier alles uit de kast haalt om je zwart te maken.”
Op een avond merkte Van Vreeswijk dat hij op straat werd gevolgd. Enkele mensen liepen hem achterna een restaurant in. Zelfs toen hij verhuisde naar een andere eetgelegenheid, volgden ze hem. „Ik houd er absoluut niet van zo te moeten werken.”
Van Vreeswijk kent de trucjes van corrupt Kosovo inmiddels redelijk. Hij werkt sinds drie jaar als officier van justitie voor de EU-politie- en justitiemissie Eulex in het nieuwe Balkanland.
De achtervolging was vooral bedoeld als intimidatie. De hoofdaanklager laat zich er niet door uit het veld slaan. „Gelukkig kan ik tegen een stootje. Als Nederlander laat ik me in deze situatie graag inspireren door het Wilhelmus: vrij onverveerd.”
Een interview met Van Vreeswijk afgelopen zomer in een Kosovaarse krant sloeg in als een bom. De reacties waren heftig. „Men heeft geprobeerd mij in een kwaad daglicht te stellen. Ik zou in Kosovo zijn gestationeerd omdat ik als Nederlandse officier van justitie een ernstige fout zou hebben gemaakt. Klinkklare onzin”, aldus Van Vreeswijk.
De Nederlandse aanklager raakte ook betrokken bij een schietincident in het zuiden van Kosovo, waar Eulex niet populair is. Daarna kreeg hij persoonlijke beveiliging. „Zodra het enigszins mogelijk is, vraag ik of de bewaking kan worden opgeheven. Ik ben vrij burger en wil ook toegankelijk blijven.”
Van Vreeswijk leidde vorig jaar zelfs een inval bij minister van Transport Fatmir Limaj. „Deze bewindsman had de bijnaam ”minister 7 procent”. Zijn voorganger heette ”minister 4 procent”. Als zij een contract afsloten, werd daar steevast mee gemanipuleerd. De snelweg van Kosovo naar Albanië is een project van 700 miljoen euro. Je kunt je voorstellen welke grote bedragen er dan uit de staatskas verdwijnen.”
De actie –met zwaar bewapende Italiaanse carabinieri– trok de aandacht in het kleine land. Minister-president Thaci noemde de inval bij zijn rechterhand Limaj zelfs een „spektakelstuk.”
In verband hiermee legde Van Vreeswijk in het interview afgelopen zomer nog maar eens uit wat ”minister” inhoudt. „Het betekent dienaar van het volk.”
Of het heeft geholpen, weet Van Vreeswijk niet. Half december kreeg minister Limaj bij de parlementsverkiezingen veel voorkeurstemmen.
Veel Kosovaren waren echter blij met de actie van de Nederlander. Eindelijk was er iemand die de corruptie binnen regeringskringen aanpakte. In de hoofdstad Pristina werd de belangrijkste wandelpromenade zelfs tijdelijk omgedoopt in Van Vreeswijk Boulevard. Tevens werd er een Facebookpagina aan hem gewijd door Kosovaren die blij zijn met het werk van de Europese Unie in het land.
Minister Limaj was eind jaren negentig actief in het Kosovaarse Bevrijdingsleger (UCK). De Democratische Partij van Kosovo (PDK) is uit het bevrijdingsleger voortgekomen. „Ondanks de corruptieschandalen rond de PDK kan ze nog steeds op grote steun rekenen”, beseft Van Vreeswijk terdege. De PDK behaalde in december de verkiezingswinst met een kleine 30 procent van de stemmen.
Van Vreeswijk wandelt door de besneeuwde straten van de hoofdstad Pristina van zijn kantoor naar een hotel. Langzaam rijdt een blauwe terreinwagen voorbij. De passagier in de auto spreekt de Nederlandse aanklager aan en reikt hem via door het geopende raam een grote envelop aan. Het is de inlichtingendienst van Eulex.
„Soms zijn zaken zo gevoelig dat het nodig is dat ik de informatie erover persoonlijk krijg”, legt de Nederlander uit.
Van Vreeswijk onderneemt soms ook actie tegen collega’s. „Ik kan geen details noemen, maar wij doen momenteel onderzoek naar een lokale deskundige. Tegen betaling geeft hij valse verklaringen over afrekeningen af. Het onderzoek in dit soort zaken is vaak moeilijk. Getuigen zijn nauwelijks bereid belastende verklaringen af te leggen.”
Van Vreeswijk noemt de wijze waarop moorden plaatsvinden „commandoachtig.” „Slapende mensen stopt men de loop van het pistool in de mond en schiet. Of men bestookt een auto van twee kanten met kalasjnikovs. Alleen als getuigen genoeg hebben gekregen van het maffiawereldje, werken ze soms mee met justitie. Maar dan alleen nog op basis van anonimiteit”, weet Van Vreeswijk.
Gezeten in het hotel vertelt Van Vreeswijk hoe hij in Kosovo is terechtgekomen. „Ik ben wel iemand die grenzen stelt, maar leef zelf graag grenzeloos”, zegt hij glimlachend. „In Nederland was het me allemaal wat benauwd geworden. Hier heb ik het idee dat ik een bijdrage kan leveren aan het land en aan de bevolking. Terwijl in Nederland veel dingen al goed geregeld zijn”, stelt hij.
De Nederlandse officier van justitie werkt sinds 2008 voor Eulex in het jongste Balkanland. Voor de Europese missie werkt ook nog een andere Nederlandse jurist, een rechter in het arrondissement Pristina.
Aanvankelijk zou Van Vreeswijk in het etnisch verdeelde Mitrovica worden geplaatst. Vanwege de gevoeligheden in deze stad ging dit plan echter niet door. Daarop kwam de Nederlander in Gjilan terecht. Daar zijn de etnische spanningen tussen de Servische minderheid en de Kosovo-Albanezen veel minder groot.
In het begin was Van Vreeswijk vooral bezig met het scholen van lokale aanklagers. Het openbaar ministerie in Kosovo moest grotendeels opnieuw worden georganiseerd.
Daarna maakte Van Vreeswijk snel carrière. Sinds vorig jaar juni is hij hoofdaanklager van Eulex. In die hoedanigheid stuurt hij 125 mensen aan op zeven locaties in Kosovo. „De bevolking bestaat voor het overgrote deel uit eerlijke en rechtschapen mensen. Maar ze worden door een kleine groep met financiële en andere middelen uitgebuit”, aldus Van Vreeswijk. „Voor de slachtoffers zet ik me graag in.”
Van Vreeswijk put verder energie uit contacten met de lokale bevolking. „Het ongenoegen van de gewone man over corruptie en georganiseerde misdaad wil ik graag recht doen. Ik heb respect voor de lokale waarden en geniet van de culturele verschillen.” Zo brengt hij een groot deel van zijn vrije tijd door met vrienden die hij in Kosovo heeft leren kennen.
Binnen de Brusselse diplomatie en het corps diplomatique in Pristina wordt de uitgesprokenheid Van Vreeswijk niet altijd gewaardeerd. „Ik ben initiatiefrijk en wil graag dingen gedaan krijgen. De EU-missie in Kosovo kost veel belastinggeld en moet dan ook resultaten opleveren.”
Als voorbeeld noemt Van Vreeswijk de situatie in het noorden van Kosovo. Daar wonen veel Serviërs, maar Eulex heeft er nauwelijks voet aan de grond gekregen. „Ik zou graag zien dat ook daar het recht zegeviert en criminelen niet vrijuitgaan. Helaas stelt Brussel dat ook de Servische hoofdstad Belgrado hier toestemming voor moet geven. Terwijl het recht in Kosovo en Servië grotendeels identiek is, dus vanuit materieel-rechtelijk oogpunt is het geen enkel probleem om tot actie over te gaan”, stelt Van Vreeswijk.
In zijn loopbaan in Nederland was Van Vreeswijk vooral gefascineerd door menselijke emotie. Als advocaat in de rechtshulp hield hij zich met name bezig met dossiers waarin emoties een rol speelden, zoals straf- en familierecht. Later specialiseerde hij zich verder in het strafrecht als officier van justitie in Den Bosch.
Ook in Kosovo kan Van Vreeswijk wat dat betreft zijn ei kwijt. Hij maakt daarbij gebruik van culturele verschillen. Zo vertelt hij over een zaak in Gjilan. „Tijdens de eerste viering van Onafhankelijkheidsdag in Kosovo liep een meningsverschil uit de hand met dodelijke afloop voor een van betrokkenen. In mijn pleidooi heb ik zowel de emoties benoemd in de familie van het slachtoffer als van de dader, met als gevolg dat ik de zaal meekreeg. Belangrijk was om recht te doen aan de emoties van beide kanten”, verhaalt de magistraat.
Van Vreeswijk wil graag in Kosovo blijven. „Ik blijf zolang ik kan bijdragen aan de verbetering van de levensomstandigheden. Als de politieke omstandigheden dan maar zo blijven dat ik ongehinderd mijn werk als officier van justitie kan blijven doen.”