IMF: Groeiend deflatiegevaar
In een aantal landen bestaat een flink en groeiend risico van deflatie, een daling van de prijzen. Daartoe behoren Duitsland, Hongkong en Taiwan.
De deflatie in Japan dreigt toe te nemen. Toch is er geen aanleiding tot grote zorgen over algemene deflatie in de wereld.
Dat is de conclusie van een studie van een speciale werkgroep van het Internationaal Monetair Fonds (IMF). Het fonds wijst erop dat deflatie zelden goedaardig is. „Het proces kan kostbaar zijn en is moeilijk te voorkomen. Een deflatie gedurende een kwartaal of zes maanden is niet zorgwekkend, maar dat wordt zij wel als het langer duurt.” Deflatie kan een economie lamleggen doordat bestedingen in afwachting van verdere prijsdalingen worden uitgesteld.
Duitsland is kwetsbaar voor deflatie wegens de zwakte van de economie, de hoge werkloosheid en de problemen in de banksector. Het land heeft weinig beleidsmogelijkheden om het gevaar te bezweren. Wel zou een renteverlaging door de Europese Centrale Bank welkom zijn, aldus het IMF.
De andere grote landen in Europa lopen weinig risico. Een „gematigd” deflatiegevaar ziet het IMF in België, Finland, Noorwegen, Portugal, Zweden en Zwitserland. Ook Singapore valt in deze categorie. In de Verenigde Staten lijkt het deflatierisico gering, maar het IMF tekent wel aan dat er daar „aanzienlijke onzekerheden” zijn.