ChristenUnie Amersfoort terug in college
AMERSFOORT – Twaalf jaar op het pluche, ruim een halfjaar eraf. Nu is de ChristenUnie weer terug in het college van Amersfoort. Burgemeester en wethouders gaan door met een aangepast programma.
CU-fractieleider drs. M. Tigelaar wordt de nieuwe wethouder van de keistad. Hij volgt wethouder Stoelinga van Burger Partij Amersfoort (BPA) op, die op 30 november zijn vertrek aankondigde vanwege een vertrouwensbreuk met zijn fractie. Die fractie, sinds de laatste verkiezingen de grootste in de gemeenteraad, viel vervolgens uiteen: één lid stapte over naar de VVD, één naar GroenLinks, en de rest wilde met het bestaande coalitieakkoord niet verder.
De vier overgebleven collegepartijen –VVD, D66, GroenLinks en het CDA– hadden na het toetreden van twee BPA’ers een nipte meerderheid in de raad, maar wilden er voor de stabiliteit toch weer graag een vijfde partij bij. Dat werd –na gesprekken met alle fracties– de ChristenUnie. Tigelaar, die na vijftien jaar ict-werk net een paar maanden wiskundedocent aan de gereformeerd vrijgemaakte scholengemeenschap Guido de Brès is, geeft die baan nu op voor een voltijds wethouderschap. „Ik genoot van het werk in het onderwijs, maar er ligt nu een volledige taak voor me in de politiek.”
Tigelaar (41) is raadslid sinds 2002 en leidt de fractie sinds 2006. Als wethouder krijgt de geboren Assenaar jeugd en onderwijs, stedelijk beheer en wijkontwikkeling en een aantal wijkwethouderschappen in zijn portefeuille: het takenpakket van zijn voorganger Stoelinga minus sport. „De BPA had als grootste partij een grote portefeuille. Gebleken is dat die erg zwaar was. Met deze wijziging is er ook meer balans aangebracht in de portefeuilleverdeling.”
Het coalitieakkoord werd „geactualiseerd en aangepast.” De ChristenUnie wilde graag halverwege de vierjarige regeertermijn een evaluatie van het gevoerde beleid en de bezuinigingen. Daarnaast is een passage over jeugdzorg toegevoegd.
Amersfoort heeft nu twaalf koopzondagen per jaar. „De afgelopen maanden gingen er stemmen op om dat aantal uit te breiden. We hebben nu afgesproken dat dit niet gebeurt.
Daarnaast hadden niet alleen wij, maar ook de andere vier fracties er behoefte aan het sociale gezicht van het collegeprogramma op te poetsen. Het oude akkoord sprak er wel wat gemakkelijk over dat zwakkere groepen zo snel mogelijk weer maatschappelijk actief moeten worden. Er zijn ook groepen waarvoor dat zomaar niet gaat en die bescherming nodig hebben. Dat krijgt nu meer aandacht.”