Grote anti–Amerikaanse betoging in Bagdad
Duizenden Iraakse sjiieten hebben maandag in Bagdad gedemonstreerd tegen de Amerikaanse bezetting van hun land en een door de Amerikanen te installeren regering. De betogers verzamelden voor een soennitische moskee in de noordelijke wijk Azimiyah en liepen naar de wijk Kadhamiya, waar zich een van de grootste sjiitische heiligdommen van Irak bevindt. De demonstratie was strak georganiseerd en liep niet uit de hand.
De betoging was georganiseerd door verschillende religieuze groepen uit de voorstad al–Thawra, voorheen bekend als Saddam City, waar ongeveer 2 miljoen sjiieten wonen. Als vertrekpunt was een soennitische moskee gekozen om de eenheid tussen soennieten en sjiieten te tonen, zei woordvoerder Rashid Hamdan.
Tussen de 5.000 en 10.000 mensen namen aan de betoging deel. Het was de grootste anti–Amerikaanse demonstratie sinds het einde van de oorlog die leidde tot de val van het bewind van Saddam Hussein.
Groepjes Amerikaanse militairen, onder wie scherpschutters die op daken geposteerd waren, hielden de demonstranten in het oog. De betogers hadden een eigen ordedienst waarin enkele tientallen met AK–47 machinepistolen gewapende mannen meeliepen, die door de Amerikanen met rust werden gelaten.
De betogers riepen op tot ‘islamitische eenheid’ en droegen spandoeken mee met teksten als ‘Nee tegen de buitenlandse regering’ en ‘Wij willen eerlijke Irakezen, geen dieven’. Dit laatste sloeg waarschijnlijk op Ahmad Chalabi, de leider van het Iraakse Nationale Congres en een van de hoofdrolspelers in de lopende besprekingen over de vorming van een nieuwe regering. Chalabi werd in 1992 door een rechtbank in Jordanië veroordeeld wegens verduistering en fraude; zelf zegt hij dat er met bewijsmateriaal is geknoeid.