Rouvoet wil opheldering over Amerikaanse DEA
DEN HAAG (ANP) – Fractievoorzitter André Rouvoet van de ChristenUnie in de Tweede Kamer is geschrokken dat mogelijk de Amerikaanse Drug Enforcement Administration (DEA) op Nederlands grondgebied regels heeft overtreden bij bijvoorbeeld het inzetten van infiltranten. Dat zou blijken uit ambtsberichten van de Amerikaanse ambassade in Nederland, die de NOS via WikiLeaks heeft gekregen. Rouvoet zei woensdag in tv-programma Nieuwsuur om opheldering te vragen bij het kabinet.
Buitenlandse opsporingsdiensten, zoals de Amerikaanse DEA, mogen in Nederland alleen onder strenge voorwaarden opereren. Uit de ambtsberichten die dateren uit 2004, 2005 en 2006 zou blijken dat Nederland eerst de boot afhoudt bij de Amerikanen en dat vervolgens toch veel wordt toegelaten, zoals gecontroleerde drugstransporten.
Dit zou volgens Rouvoet vooral erg zijn, omdat na misstanden met dit soort praktijken „niet voor niets” de regels zijn aangescherpt. De ChristenUnie-leider zat in de jaren negentig in de parlementaire enquêtecommissie opsporingsmethoden (de commissie-Van Traa), waarna de strengere regels zijn ingevoerd.
In het gelekte Amerikaanse ambtsbericht uit 2006 wordt gesteld dat de Nederlandse politie bereid is mee te werken aan zogeheten gecontroleerde leveringen van drugs, zonder de daarbij vereiste rechtshulpverzoeken. De politie in Nederland zou op basis van rechtstreekse contacten met de DEA hebben geopereerd, zonder tussenkomst van het Nederlandse Openbaar Ministerie (OM). Hetzelfde bericht rept van zes van dergelijke operaties in de eerste zes maanden van 2006.
Namens het OM ontkende Digna van Boetzelaer in Nieuwsuur deze gang van zaken. „Er staat iets wat niet gebeurd is”, aldus van Boetzelaer.
Begin 2007 ontstond in de Kamer ook al ophef, omdat Amerikanen, Duitsers en mogelijk ook Italianen zonder de vereiste toestemming opsporingsactiviteiten op Nederlandse bodem zouden hebben uitgevoerd. Toen bleek uit informatie van de DEA zelf dat deze Amerikaanse drugsbestrijdingsdienst in 2006 undercoveragenten had ingezet die zich voordeden als drugssmokkelaars. De DEA zou na de ophef volgens toenmalig minister van Justitie, Ernst Hirsch Ballin, maatregelen hebben genomen om te voorkomen dat zijn medewerkers nogmaals illegaal in actie zouden komen in Nederland.