Opinie

Bijbel zet Jodenhaat in perspectief

De Bijbel laat de werkelijke oorzaak zien van het voortdurende en steeds toenemende antisemitisme, schrijft ds. P. van Zonneveld. Satan probeert het volk dat Christus gebaard heeft, te vernietigen.

20 January 2011 09:21Gewijzigd op 14 November 2020 13:21

Het artikel ”Jodenhaat neemt gruwelijke vormen aan” van Martin Janssen in RD 7-1 is goed. Maar toch, ik miste de Bijbelse achtergrond, en die is uitermate belangrijk. We worden vandaag met de neus gedrukt op de Schrift. Alleen daardoor leren we onze tijd verstaan.

Inzichtgevend in dit verband is Openbaring 12. Toen de Heere Jezus ten hemel voer nadat Hij alles volbracht had, is satan Hem achterna gegaan. Om nog weer de zaligheid van Gods kinderen te betwisten. Satan had er echter geen weet van: Christus heeft Zijn bloed ingedragen in het hemelse heiligdom. Dat bloed is de rechtsgrond voor de zaliging van gevallen mensen. Daarom: Michaël grijpt de draak en werpt hem uit. De hemel is nu voorgoed voor satan op slot.

Satan is geworpen op de aarde. Wat doet hij daar? Hij vervolgt „de vrouw, die het Manneke gebaard heeft” (Openb. 12:13). Die vrouw is de kerk van het Oude Testament, Israël. Dat volk heeft de Zoon des mensen, Gods Zoon, Jezus Christus gebaard.

’t Wordt nu heel duidelijk: de eeuwenlange strijd van Israël, de Jodenhaat. Het Joodse volk werd verstrooid, doch satan wist ze wel te vinden. Speurde Hitler niet de landen af op zoek naar de Joden om ze te brengen naar zijn gaskamers?

Gods hand bracht de Joden weer in het beloofde land. Echter, satan is dezelfde gebleven. Wat een haat van de omliggende volken, en dat steeds weer. Met slechts één bedoeling: de vernietiging van dat volk dat Christus gebaard had. Dus duidelijk de vijandschap tegen Christus Zelf. De strijd van slangenzaad en vrouwenzaad, hét Zaad der vrouw (Gen. 3:15).

Het antisemitisme groeit vandaag al meer en meer. Zelfs in Nederland. Moeten we ons daarover verbazen? Wie leeft bij een open Woord kent de achtergronden, en wie door het ware geloof in Christus is, wordt geteld als in Israël ingelijfd. Zo is de toename van de christenvervolging ook al duidelijk.

De dingen zijn voorzegd. Ik durf het te zeggen: vandaag of morgen wordt Ezechiël 38 en 39 vervuld. God slaat de zeshaak in de volken en trekt ze naar Israël. Israël zal overstroomd worden met gewapende krijgers. Slaat Israël niet terug? O zeker, Damascus en Teheran zullen tot puin worden. Doch de overmacht is te groot. Maar op dat moment zal de Heere Zelf opstaan tot de strijd. De God van Israël maakt Zich groot en de heidenen zullen weten dat Hij de Heere is.

’t Grijpt wel aan om in Zacharia 13 te lezen dat twee delen van Israël zullen omkomen, en dat één deel overblijft. Maar dat deel zal de Naam van de Heere aanroepen, en de Heere zal het verhoren, en Hij zal zeggen: „Het is Mijn volk, en het zal zeggen: de Heere is mijn God” (Zach. 13:9).

Dan komt de oudste broeder thuis en zal het feest beginnen! We vouwen de handen en bidden: Heere, denk aan Uw erf, het voorwerp van Uw zegen, aan Sions berg waar Gij eertijds hebt gewoond.

De auteur is emeritus predikant in de Christelijke Gereformeerde Kerken.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer