Fouten na vrijkomen asbest
AMSTERDAM (ANP) – De gemeente en hulpdiensten hebben steken laten vallen na de gasexplosie in een flat in Amsterdam-Noord in juli. Zo constateerden zij te laat dat bij de ontploffing asbest was vrijgekomen en daarna handelden zij ook te langzaam.
Dat staat in een woensdag verschenen rapport over het incident van het bureau Twijnstra Gudde. Burgemeester Eberhard van der Laan had opdracht gegeven tot het onderzoek.
De gasexplosie had zondag 25 juli plaats in een woning in een flatgebouw in de Viermasterstraat. De instanties namen die dag echter nog geen asbest waar. Dat gebeurde pas maandagochtend. De onderzoekers spreken van een „valse start”. Vervolgens duurde het ook te lang voordat er metingen plaatsvonden (maandagmiddag) en voordat er een besluit werd genomen over het ontruimen van woningen in de omgeving (maandagavond).
Volgens de onderzoekers waren de instanties „onvoldoende alert” op de aanwezigheid van asbest. Dat had wel gemoeten, onder meer omdat in de directe omgeving een asbestsaneringsprogramma aan de gang was.
Uiteindelijk moesten de bewoners van 32 woningen hun huis verlaten. Ze moesten enkele dagen elders verblijven. De metingen wezen later overigens uit dat het vrijgekomen asbest geen risico voor de volksgezondheid heeft opgeleverd.
In het rapport staat verder dat de communicatie met de bewoners niet goed was. Zo was voor hen lange tijd onduidelijk wat er ging gebeuren en wie hun aanspreekpunt was. Ook de registratie van de gedupeerde bewoners was niet volledig.
De onderzoekers concluderen verder dat de communicatie tussen het stadsdeel Amsterdam-Noord en de centrale gemeente onvoldoende was. De centrale stad wist daardoor niet goed wat er aan de hand was. Ook was onduidelijk wie waarvoor verantwoordelijk was.