Kamer wil overleg over werken met bonnenquota
DEN HAAG (ANP) – De Tweede Kamer wil snel overleg met politieminister Opstelten over politiekorpsen die toch nog zouden werken met bonnenquota. De Kamer en de minister hebben herhaaldelijk laten weten daarvan af te willen.
Het uitdelen van boetes omdat een agent een bepaald aantal per jaar moet halen, doet afbreuk aan het gezag van de politie, vinden de tegenstanders van de quota. Maar de laatste tijd doken er steeds weer berichten op over korpsen die bij de beoordeling van hun dienders het aantal uitgeschreven bonnen willen blijven meetellen.
SP’er Van Raak sprak dinsdag van een „gezagscrisis” van de minister, maar ook van de Kamer, als de korpschefs hun eigen gang blijven gaan met de bonnen. De Kamer wil snel een brief van Opstelten waarin hij uitlegt hoe hij nu echt een einde gaat maken aan de eigengereidheid van de politie en er dan snel met hem over praten.
„Vanaf vandaag is het echt afgelopen met de bonnenquota”, stelde Opstelten dinsdag in een reactie op de politieke opwinding. Hij wil dat er geen misverstand over bestaat en accepteert dan ook „geen oprispingen” meer. Een agent moet soms een bekeuring uitdelen, maar de bonnenquota zijn afgeschaft en mogen ook niet via een trucje op een andere manier weer terugkomen, meent ook Opstelten.
De Raad van Korpschefs is ook voorstander van de afschaffing van de zogenoemde bonnenquota door de regering. De raad stelt dat gisteren in een persbericht, na ophef in de politiek over korpschefs die ondanks de afschaffing van de bonnenquota daarmee toch door zouden gaan.
Volgens een woordvoerder van de raad, waarin alle 25 regiokorpschefs en de korpschef van het KLPD vertegenwoordigd zijn, is er inmiddels geen korpschef meer die nog een bonnenquotum hanteert. „De beweging die de minister heeft ingezet, is een welkome”, aldus de woordvoerder. „Ook qua vakontwikkeling.” Agenten moeten volgens de raad weer de ruimte krijgen om op basis van hun vakmanschap te handelen.
Alle korpschefs hebben zich volgens de raad verbonden aan de afspraak die minister van Veiligheid en Justitie Opstelten met de korpschefs heeft gemaakt. In alle politiekorpsen zijn daarmee de verplichte aantallen bekeuringen afgeschaft, zo stelt de raad.
Afspraken over het aantal bonnen waren volgens de raad een aantal jaren geleden nodig om scherper te kunnen kijken naar te behalen resultaten. Inmiddels is dit niet meer nodig.
„Intelligente handhaving” moet vooropstaan, aldus de raad. Bekeuren blijft echter wel tot de speciale taken van politiemensen horen. In functionerings- en beoordelingsgesprekken zal volgens de raad dan ook altijd gekeken worden naar „individueel behaalde resultaten van de agenten.”