Afscheid nemen heeft één groot voordeel
Vertrekkende bewindslieden en andere topfunctionarissen hebben één groot voordeel. Zij kunnen bij hun afscheid vaak meer zeggen dan ze tijdens hun hele ambtsperiode hebben gedaan.
Dat gold ook voor de scheidende directeur van de Mossad. Begin deze maand viel voor Meir Dagan het doek als hoofd van de roemruchte Israëlische buitenlandse inlichtingendienst. Acht jaar lang leidde Dagan de Mossad. Hoewel nooit officieel bevestigd, had de dienst in die periode hoogstwaarschijnlijk de hand in de moord op Hamascommandant Mahmud al-Mabhuh in Dubai en de uitschakeling van diverse Iraanse nucleaire wetenschappers. Ook de recente lamlegging van Iraanse computers in atoominstallaties door de Stuxnetworm zou (deels) het werk van de Mossad zijn.
Vooral de acties tegen Iran werden uitgevoerd met het argument van een steeds acuter wordende nucleaire dreiging van de Islamitische Republiek. Israëlische politici en hooggeplaatste functionarissen –onder wie de directeur van de Mossad zelf– lieten geen gelegenheid onbenut om hun zorg over het Iraanse atoomprogramma te uiten en de wereld ertoe op te roepen snel en doelgericht actie te ondernemen tegen Teheran. Iran zou immers op het punt staan de bom in handen te krijgen – met alle gevolgen van dien.
Wat schetst de verbazing toen Meir Dagan bij zijn afscheid als Mossaddirecteur verklaarde dat Iran op z’n vroegst in 2015 over een atoomwapen kan beschikken. En dan alleen nog maar in het minst positieve scenario, waarin de internationale gemeenschap alle sancties tegen Teheran opheft en de Iraanse president Mahmud Ahmadinejad en de zijnen ongehinderd hun gang laat gaan.
Die uitspraken van de gevierde Mossadchef waren natuurlijk tegen het zere been van het Israëlische politieke en defensie-establishment, dat zich jarenlang veel moeite heeft getroost om de wereld van de urgentie van de Iraanse dreiging te overtuigen. De Israëlische premier Netanyahu haastte zich dan ook de woorden van Dagan te ontkrachten door te verklaren dat het hier „slechts om een inschatting van de inlichtingendienst” ging. Het is de vraag wat ”Bibi” zou hebben gedaan als Meir Dagan had gewaarschuwd dat Teheran voor de zomer een atoombom kan hebben gefabriceerd. Vermoedelijk had hij die woorden wat minder makkelijk naast zich neergelegd.
De vraag rijst intussen wel hoe serieus de Iraanse nucleaire dreiging nog moet worden genomen. Over de goede bedoelingen van het radicale regime in Teheran hoeven weinig twijfels te bestaan. Maar of de Israëlische doemscenario’s, zoals die de afgelopen jaren zijn geschetst, reëel zijn, valt na de afscheidstoespraak van Meir Dagan nog te bezien. Slechte intenties leiden nog niet automatisch tot het verwerven –laat staan het gebruiken– van nucleaire wapens. Om het maar even kort door de bocht te zeggen.
Er is nog een andere mogelijkheid. Misschien waren de afscheidswoorden van Meir Dagan wel bedoeld om zichzelf een enorm compliment te geven, in plaats van de Israëlische politiek tegen de haren in te strijken. Gingen we er zo’n beetje van uit dat Iran rond deze tijd een atoombom zou kunnen bezitten, de Mossad heeft ervoor gezorgd dat die vrees voorlopig weer voor een paar jaar is getemperd. Met dank aan de vakkundige leiding van Dagan.
Dat laatste is natuurlijk te hopen. Want als internationale sancties klaarblijkelijk falen en Teheran de internationale gemeenschap voortdurend aan het lijntje weet te houden, is het goed om te weten dat de Israëlische inlichtingendienst op de een of andere manier blijkbaar toch in staat is om Irans nucleaire plannen op z’n minst te vertragen.
In dat geval rest ten slotte de vraag of de opvolger van Meir Dagan in staat is de prestaties van zijn voorganger te evenaren. Tamir Pardo zal daar nog niets over kunnen zeggen – hij behoort immers tot het establishment. Maar we zijn nu al benieuwd naar zijn afscheidstoespraak.
Reageren aan scribent? buza@refdag.nl